Introductie onderhoudsmanagement

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElectronicaMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met:
Alle activiteiten

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met:
In de technische staat te houden of terug te brengen

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met:
De installatie te vervullen functie

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Het soort onderhoud hangt af van hoe je de installatie gebruikt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke gevolgen kan een storing voor een bedrijf hebben?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat zou de afkorting RAM betekenen bij Betrouwbaarheid, Beschikbaarheid en Onderhoudbaarheid

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekend preventief onderhoud?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Noem eens enkele onderhoudswerkzaamheden

Slide 31 - Woordweb

Wat is nu het grote voordeel van preventief onderhoud?

Slide 32 - Open vraag

Waar moet je rekening mee houden bij het preventieve onderhoud?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Tekstslide

Wat is correctief onderhoud?

Slide 35 - Open vraag

Ofschoon correctief onderhoud niet planbaar is kun je er toch voor zorgen dat de storing snel is opgelost.
Hoe doe je dat?

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Tekstslide

Tekst
1
2
3
4
5
6
7
8
Ontwerp
Gebruik
Technische eisen
Afstoting
Overdracht
Behoefte
Functionele eisen
Bouw

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen investering en exploitatie
A
Geen verschil tussen beide
B
Investering zijn kosten na de ingebruikname
C
Exploitatie zijn kosten na de ingebruikname
D
Exploitatie kosten zijn niet afhankelijk van investering

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Welke belangrijke factor weet je door gebruik te maken van de levenscyclus?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide