2D spelling H2 leenwoorden en Engelse ww

Hoofdstuk 2   Leenwoorden / Engelse werkwoorden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2   Leenwoorden / Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

  • Leenwoorden correct spellen.
  • Engelse werkwoorden correct spellen.
Toets: vrijdag 26 november Toetsstof: zie studiewijzer Magister

Slide 2 - Tekstslide

Spelling Engelse leenwoorden
  • Als één woord: bij een gebruikelijke samenstelling met 1 klemtoon, parttime.
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 3 - Tekstslide

Spelling Franse leenwoorden
Franse woorden zonder accenttekens: controle, diner.
Accenten die de uitspraak aangeven:
  • accent aigu (decolleté)
  • een accent grave (crèche)
  • accent circonflexe (enquête)
Woorden met meerdere accenten (déjà vu)


Slide 4 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

maar..... let op de uitspraak 

Slide 8 - Tekstslide

Let op!
Woorden met een dubbele medeklinker 'vernederlandsen', tenzij dat de uitspraak beïnvloedt.

Crossen --> ik cros, jij croste, hij heeft gecrost.
Paintballen --> ik paintball, hij paintballde, zij heeft gepaintballd.    

Slide 9 - Tekstslide

Samengevat:
  1. Engelse ww spellen als Nederlandse ww
  2. Bij werkwoorden die eindigen op -e de 'e' laten staan.
    faken --> ik fake --> hij fake+t (tt)  --> hij fake+te (vt)
  3. Woorden met een dubbele medeklinker 'vernederlandsen', tenzij dat de uitspraak beïnvloedt (ik cros, ik paintball)

vernederlandst
Engelse uitspraak

Slide 10 - Tekstslide

Vul samen in!
Tessa .... (lunchen) vandaag met haar beste vriendin.
Wanneer heeft Amber die uitnodigingen eigenlijk ... (mailen).
Robin ... (interviewen) de mensen voor de schoolkrant.
Met zijn vrienden uit Spanje ... (chatten) Simon de hele avond.

Slide 11 - Tekstslide

De journalist (interviewen, tt) mij voor de derde keer.
A
interviewt
B
intervieuwt
C
interviewd
D
interviewdde

Slide 12 - Quizvraag

Op die gladde weg (skaten, tt) mijn vriendje het liefst.
A
skatet
B
skate
C
skated

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens de marathon (finishen, vt) Anniek en Irma tegelijk.
A
finishden
B
finishten
C
finishtten

Slide 14 - Quizvraag

Romy en Marie (racen, vt) op hun fiets door de straat
A
raceten
B
racetten
C
raceden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
crossen?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van
skaten?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
passen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van
faxen?

Slide 19 - Open vraag

De camera was maximaal (inzoomen vd)

Slide 20 - Open vraag

Bram (zappen tt) langs alle Nederlandstalige, commerciële zenders.

Slide 21 - Open vraag

Ik heb de afgelopen weken al (joggen od) iedere dag vijf kilometer afgelegd.

Slide 22 - Open vraag

Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen vd).

Slide 23 - Open vraag

Jayden (toasten vt) op de winnaar van het toernooi.

Slide 24 - Open vraag

Sam (shaken vt) een heerlijke cocktail.

Slide 25 - Open vraag

Hij faxen (v.t.) ............ dat hij later kwam.
[faxen]
A
faxete
B
faxte
C
faxde
D
faxden

Slide 26 - Quizvraag

Hij finishen (v.t.) ............ als laatste
A
finishte
B
finishete
C
finishde
D
finishden

Slide 27 - Quizvraag

Ik racen (vt) ......... naar de tennisles.
A
racte
B
racde
C
racete
D
racede

Slide 28 - Quizvraag

De garage mailen (t.t.) .......... me dat dat type auto niet verkocht kan worden,
A
mailet
B
mailt
C
maild
D
racede

Slide 29 - Quizvraag

Die kan alleen leasen (vd) .............. worden.
A
geleast
B
geleasd
C
geleaset
D
geleased

Slide 30 - Quizvraag