Programmeren: De basis van codeerwerk

Programmeren: De basis van codeerwerk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProgrammerenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Programmeren: De basis van codeerwerk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de basisprincipes van programmeren begrijpen en zelf eenvoudige code schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les het leerdoel uit aan de studenten.
Wat weet je al over programmeren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is programmeren?
Programmeren is het schrijven van instructies voor een computer, zodat deze bepaalde taken kan uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat programmeren is en waarom het belangrijk is in de moderne wereld van technologie.
Programmeertalen
Er zijn verschillende programmeertalen, zoals Python, Java en C++, die gebruikt kunnen worden om code te schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Introduceer enkele veelgebruikte programmeertalen en leg uit dat elke taal zijn eigen syntax heeft.
Variabelen en datatypes
Variabelen worden gebruikt om waarden op te slaan, zoals getallen, tekst of booleans. Elk stuk gegevens heeft een specifiek datatype.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de concepten van variabelen en datatypes en geef enkele voorbeelden.
Statements en expressies
Statements zijn instructies die de computer vertellen wat te doen, terwijl expressies waarden evalueren.

Slide 7 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen statements en expressies en geef enkele concrete voorbeelden.
Condities en beslissingen
Condities stellen ons in staat om beslissingen te nemen in onze code, gebaseerd op waarheidswaarden (true/false).

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe condities werken en hoe ze kunnen worden gebruikt om beslissingen te nemen in een programma.
Loops
Loops stellen ons in staat om een bepaald stuk code meerdere keren uit te voeren, totdat aan een bepaalde voorwaarde is voldaan.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf het concept van loops en geef voorbeelden van verschillende soorten loops, zoals for en while loops.
Functies
Functies zijn herbruikbare stukken code die een specifieke taak uitvoeren wanneer ze worden aangeroepen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat functies zijn en waarom ze nuttig zijn in de programmering. Laat de studenten ook zien hoe ze hun eigen functies kunnen definiëren.
Praktische oefening
Schrijf een programma dat de gebruiker vraagt om een getal in te voeren en vervolgens de tafel van dat getal afdrukt.

Slide 11 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om deze oefening zelfstandig uit te voeren en bied ondersteuning waar nodig.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.