Herhaling en start pragmatiek

Waarom drukt taal nooit precies uit wat je bedoelt?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Waarom drukt taal nooit precies uit wat je bedoelt?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Lezen (10 minuten)
- Antwoorden syllabes google forms bespreken 9 (10 minuten)
- Mindmap maken van de begrippen van de afgelopen lessen (30 minuten)
 Taalkunde. Zie PPT of theorie taalkunde (pragmatiek niet).
- Inleiding in de pragmatiek 15 ( minuten)
-.Quiz (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden op de vragen bespreken.

Slide 4 - Tekstslide

Mindmap maken
Nodig A3 vellen
Gebruik hierbij de PPT en de theorie. Zie de classroom.
timer
30:00

Slide 5 - Tekstslide

Pragmatiek

Slide 6 - Tekstslide

Miscommunicatie tussen mensen kan soms tot komische situaties leiden. Op andere momenten is miscommunicatie minder grappig. Maar hoe komt het nu dat er vaak zo’n kloof gaapt tussen wat iemand letterlijk zegt, en hoe dat bedoeld of begrepen wordt? Dit is het terrein van de pragmatiek.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is hier de miscommunicatie?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Bedenk nu zelf een voorbeeld van miscommunicatie.

Slide 11 - Open vraag

Pragmatiek
 bestudeert de relatie die er bestaat tussen je uitspraak (je woorden) en de situatie waarin je die uitspraak doet. Een ander woord dat ook wel wordt gebruikt, is betekenisleer. Het is voor een goed begrip van de taal echt niet genoeg om alleen maar de betekenissen van zinnen en woorden te kennen, het gaat ook om het doel waarmee je iets zegt en de manier waarop iemand anders jouw woorden gaat opvatten (interpreteren). Er staan in de pragmatiek dus allerlei vragen centraal, hier volgen enkele voorbeelden:

Slide 12 - Tekstslide

Vragen die centraal staan
Wie zijn je toehoorders?
Wat wil je tegen hen zeggen?
Wat is gepast taalgebruik?
Welke regels heb je afgesproken met elkaar?
Wat wil je bij hen bereiken met je taaluiting?

Slide 13 - Tekstslide

Deixis
In de pragmatiek worden verschillende onderdelen van taalgebruik bestudeerd. Eén onderdeel heet >deixis. De betekenis van sommige woorden en uitdrukkingen is afhankelijk van de context. Bijvoorbeeld woorden als ‘daar’,‘hier’, ‘nu’, ‘dan’, ‘jij’, ‘ik’, ‘hij’, ‘zij’ enzovoort.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn hier de deiktische woorden?
Verzin samen met je buurvrouw/buurman de context bij dit gesprek.

Slide 15 - Tekstslide

Een wedstrijdje......

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link