Psychiatrie en Somatiek

Psychiatrie en somatiek
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Psychiatrie en somatiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Organische psychiatrie

Psychiatrische stoornis door een lichamelijk probleem
Delirium
Dementie
Chorea van Huntington
Ziekte van Pick
Ziekte van Wernicke
Ziekte van Korsakov

Slide 3 - Tekstslide

Delirium
Een delirium of delier is een organisch-psychiatrisch ziektebeeld. Daarbij is sprake van een ernstige vorm van acute verwardheid, die gepaard kan gaan met hallucinaties, (paranoïde) wanen en onrust.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Dementie
Dementie is een verzamelnaam voor een aantal hersenziekten met een degeneratief beloop. Dit wil zeggen dat er sprake is van een onomkeerbaar proces van afbraak van hersenweefsel. Het bekendste verschijnsel van dementie is vergeetachtigheid door geheugenstoornissen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is confbuleren?

Slide 7 - Open vraag

Confabuleren
Confabuleren: verhalen verzinnen als afleidingsmanoeuvre om lacunes (‘gaten’) in het geheugen op te vullen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is afasie?
A
Problemen in het handelen
B
Stoornis in uitvoerende functies
C
Onvermogen objecten te herkennen
D
Problemen in het formuleren van spraak

Slide 9 - Quizvraag

Afasie

Afasie: woorden niet goed uit kunnen spreken of onzinwoorden gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is agnosie?
A
onvermogen om objecten te herkennen
B
problemen bij plannen maken en organiseren
C
taalstoornis
D
volgorde handelingen lukt niet

Slide 11 - Quizvraag

Agnosie
Agnosie: niet meer weten hoe een voorwerp heet.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is apraxie?
A
Problemen in het handelen
B
Stoornis in uitvoerende functies
C
Onvermogen objecten te herkennen
D
Problemen in het formuleren van spraak

Slide 13 - Quizvraag

Apraxie
Apraxie: stoornis in het uitvoeren van soms heel eenvoudige handelingen door deze te vergeten.

Slide 14 - Tekstslide

Chorea van Huntington
Kenmerkend zijn de schokkerige bewegingen die de vaak nog vrij jonge zorgvrager heeft. Er treden veranderingen op in het gedrag, zoals gebrek aan zelfbeheersing, impulsstoornissen en ontremming (druk en onaangepast gedrag).

Slide 15 - Tekstslide

Ziekte van Pick
Een typisch verschijnsel van frontaalkwabdementie ( ziekte van Pick) is de verandering van de persoonlijkheid en de oordeels- en kritiekstoornis die optreedt. In de prefrontale cortex (boven je ogen, in het voorhoofd) bevinden zich namelijk de executieve functies, zoals de impulsbeheersing en het doelgerichte handelen.

Slide 16 - Tekstslide

Ziekte van Wernicke
De ziekte van Wernicke is een acute neurologische aandoening, waarbij er sprake is van verwardheid, koorts en ernstige hoofdpijn.

Slide 17 - Tekstslide

Syndroom van Korsakov
Het syndroom van Korsakov is een ernstige vorm van geheugenstoornis als gevolg van een thiaminetekort (tekort aan vitamine B1), vaak in combinatie met langdurig en veel gebruik van alcohol.
Het syndroom van Korsakov is zo ernstig omdat zowel het antegrade geheugen als het retrograde geheugen onherstelbaar verstoord zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Antegrade geheugen
Antegrade geheugen is het vermogen om nieuwe informatie op te slaan; het kortetermijngeheugen.

Slide 19 - Tekstslide

Retrograde geheugen
Retrograde geheugen is het vermogen om zich oude informatie opnieuw te herinneren; het langetermijngeheugen.

Slide 20 - Tekstslide

Waar staat SOLK voor?

Slide 21 - Open vraag

Gevolgen SOLK
Bij zorgvrager
Bij hulpverlener
Voelt zich niet begrepen 
Tegenoverdracht
Voelt zich afgescheept
Geen geduld
Shoppen
Irritatie

Slide 22 - Tekstslide

Omgang SOLK
  1. Spreek zo veel mogelijk aan op sterke kanten en bekrachtig gezond gedrag​
  2. Geef ook positieve aandacht als geen klachten worden geuit. ​
  3. Ga uit van de eigen verantwoordelijkheid maar bied wel de nodige steun en structuur.​
  4. Erken de klachten
  5. Betuig medeleven, zonder inhoudelijk op de klachten in te gaan​
  6. Blijf alert op veranderingen in het klachtenpatroon en meldt dit.​
  7. Formuleer concrete begeleidingsdoelen​​

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel jaar eerder overlijdt een zorgvrager met schizofrenie ongeveer?
A
5 tot 10 jaar
B
11 tot 15 jaar
C
16 tot 20 jaar
D
21 tot 25 jaar

Slide 24 - Quizvraag

Organische psychiatrie is
A
Alles heeft in de psychiatrie met elkaar te maken
B
Het leven in de psychiatrie is net een organisme
C
Psychiatrische stoornis door lichamelijk probleem
D
Uitval van organen door psychiatrische ziekte

Slide 25 - Quizvraag

Een voorbeeld van SOLK is
A
Anorexia
B
Depressie
C
Insomnia (slapeloosheid)
D
Verlammingsverschijnselen

Slide 26 - Quizvraag

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 27 - Woordweb

Wat vond je van de les?

Slide 28 - Woordweb