1.2/1.3

1.2/1.3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1.2/1.3

Slide 1 - Tekstslide

transformator

Slide 2 - Tekstslide

Formule:

Formule voor een transformator




Dit kun je ermee:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Vermogen berekenen
vermogen = spanning x stroomsterkte

Slide 4 - Tekstslide

Energieverbruik
1
2

Slide 5 - Tekstslide

Huisinstallatie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Huisinstallatie
Een huisinstallatie is altijd verdeeld over meerdere groepen

Slide 8 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.

Slide 9 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.
  • Je kunt het totale vermogen ook berekenen door:

Slide 10 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
  • Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte. 
  • Als je de stroomsterkte van alle takken bij elkaar optelt krijg je de totale stroomsterkte.

Slide 11 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet

Slide 12 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
  • Er ontstaat brandgevaar.
  • Ontstaat al er teveel apparaten op dezelfde groep zijn aangesloten.

Slide 13 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
  • De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.


Slide 14 - Tekstslide

Wanneer is elektriciteit gevaarlijk?
Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker de stroom.


1 mA      = 0,001 A

5 mA     = 0,005 A

15 mA   = 0,015 A

25 mA   = 0,025 A

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gevaren van elektriciteit
  • Bij aanraking → schok.
  • Teveel toestellen ingeschakeld in 1 groep → overbelasting (stroomsterkte kan te groot worden → kabel te warm → brandgevaar). *
  • Kapotte isolatie → stroom neemt verkeerde weg → kortsluiting (brandgevaar).

Slide 17 - Tekstslide