De weg vragen en wijzen

de weg vragen en uitleggen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

de weg vragen en uitleggen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

rechtdoor

Slide 5 - Tekstslide

naar links

Slide 6 - Tekstslide

naar rechts

Slide 7 - Tekstslide

het zebrapad

Slide 8 - Tekstslide

De rotonde

Slide 9 - Tekstslide

de bushalte

Slide 10 - Tekstslide

het stoplicht

Slide 11 - Tekstslide

einde van de straat of de T-splitsing

Slide 12 - Tekstslide

1ste straat rechts

Slide 13 - Tekstslide

2de straat rechts

Slide 14 - Tekstslide

1ste straat links

Slide 15 - Tekstslide

2de straat links

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Sleepvraag

naar links

Slide 19 - Poll

naar rechts

Slide 20 - Poll

Rij door tot aan de stoplichten.
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Sla rechtsaf bij het kruispunt
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Neem bij de rotonde de 2e afslag.
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Neem de 1e straat links

Slide 24 - Poll

Neem de 2e straat rechts

Slide 25 - Poll

Neem de 2e straat links

Slide 26 - Poll

Ga aan de 1e straat rechtsaf

Slide 27 - Poll


Neem de eerste straat links
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag


Neem de tweede straat rechts
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag


Neem de eerste straat rechts
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag


Sla linksaf bij de tweede straat
A
B
C
D

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

A: Meneer, mag ik u iets vragen?
B: Ja, natuurlijk
A: Weet u waar de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier rechtdoor, de tweede links en dan is het aan uw rechterhand.
A: Ah, dank u wel.
B: Graag gedaan.
A: Fijne dag!
B: Fijne dag!

Slide 33 - Tekstslide

Vul de woorden in, op de juiste plek.
A: Meneer, ..... ik u iets vragen?
B: Ja, .....
A: Weet u ...... de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier ...... , de ....... links en dan is het aan uw ........
A: Ah, ..........
B: Graag .........
A: ....... dag!
B: Fijne .......!

dag, gedaan, waar, Mag, tweede, Fijne, rechterhand, natuurlijk, rechtdoor

Slide 34 - Tekstslide

De weg vragen en de weg wijzen.
In tweetallen.
Je krijgt een plattegrond en kaartjes. De een vraagt de weg en de ander wijst de weg. Kijk goed op de plattegrond. Klaar? De rollen omdraaien.

Slide 35 - Tekstslide

Wat ging goed? Wat was moeilijk?

Slide 36 - Tekstslide

Rendictee

Slide 37 - Tekstslide