Goederenstroom week 5

Goederenstroom
Week 5
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Week 5

Slide 1 - Tekstslide

Goederenstroom
Ook wel ''het verplaatsen van goederen''

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Goederenontvangst
Week 2: Goederenontvangst
Week 3: Goederenontvangst
Week 4: Goederenopslag
Week 5: Goederenopslag
Week 6: Goederenopslag
Week 7: Risico's en verzorgde winkel
Week 8: Risico's en verzorgde winkel

Slide 3 - Tekstslide

Nut van deze les.. 

... weet je wat opslagmiddelen zijn.
... leer je hoe je goederen moet behandelen.
... leer je hoe je gevaarlijke goederen moet behandelen. 

Slide 4 - Tekstslide

Op een vrachtbrief staat het aantal geleverde en soms ook het aantal bestelde artikelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een distributiecentrum (DC) is een centraal magazijn dat wordt gebruikt om de goederen op te slaan en te verdelen over verschillende winkels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Distributiecentrum
Een distributiecentrum (DC) is een centraal magazijn dat wordt gebruikt om de goederen op te slaan en te verdelen over verschillende winkels.

Fabrikant -> Distributiecentrum -> Retailer

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een bedrijfskolom?

Slide 8 - Open vraag

De bedrijfskolom
De bedrijfskolom start bij de grondstof en eindigt bij de retailer.

Elke schakel voegt waarde toe aan het eindproduct.

De retailer verkoopt het eindproduct aan de consument

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen bedrijfskolom
Producenten: Zijn de bedrijven die de artikelen maken. Een halffabricaat is een tussenvorm van een product.
   

Distribuerende en collecterende handel: Distributie is het verdelen van artikelen. Collecteren is het verzamelen.

Retail: Verkoopt het eindproduct aan de consument


Slide 11 - Tekstslide

Distributiecentrum
Een distributiecentrum (DC) is een centraal magazijn dat wordt gebruikt om de goederen op te slaan en te verdelen over verschillende winkels.

Fabrikant -> Distributiecentrum -> Retailer

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn locatiecodes?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Plaatsing in magazijn
De artikelen moeten goed geordend in het magazijn liggen, anders kan je ze niet goed terugvinden in het magazijn.


Locatie codes

Slide 15 - Tekstslide

Opslagmiddelen
Bij het opslaan van artikelen in een magazijn is het niet belangrijk dat je ze mooi presenteert, maar dat ze goed bewaard kunnen worden.

Slide 16 - Tekstslide

Opslagmiddelen
Product goed bewaren betekend:

Zo weinig mogelijk schade

Een bijpassend opslagmiddel

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een opslagmiddel?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Magazijnstelling

Slide 20 - Tekstslide

Pallets

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Waarom worden veel producten die op de vloer kunnen staan bij voorkeur toch op een pallet opgeslagen?

Noem minimaal 2 redenen.

Slide 22 - Tekstslide

Pallets
Pallets zorgen ervoor dat de goederen niet op de vloer staan, zodat ze niet kunnen beschadigen door bijvoorbeeld optrekkend vocht. 
Daarnaast worden zwaardere artikelen vaak op pallets gezet zodat ze makkelijk vervoerbaar zijn.

Op pallets zit vaak statiegeld, ze kunnen vaker gebruikt worden.

Slide 23 - Tekstslide

Welke producten moet je in een koel- of vriescel bewaren?

Slide 24 - Open vraag

Koel- of vriescel
Koelcel 2 tot 5 graden

vriescel -18 graden

Slide 25 - Tekstslide

Wat is extra belangrijk tijdens het laden en lossen van gekoelde producten?

Slide 26 - Open vraag

Wanneer lopen de producten van de diepvries meer risico om warm te worden?
A
Als er veel producten in de vriescel liggen
B
Als er weinig producten in de vriescel liggen

Slide 27 - Quizvraag

Opdracht
Producten kunnen op de vloer opgeslagen worden. Dit is goedkoop, je hoeft er namelijk niks voor aan te schaffen. Toch kiezen winkeliers om dit niet te doen. 

Ga op onderzoek uit op internet en noem minimaal drie redenen. 

Slide 28 - Tekstslide

Opslaan op de vloer
Voordeel: 
Goedkoop

Nadeel: 
Meer inspanning om te verplaatsen
Meer ruimte omdat je niet goed kunt stapelen
Makkelijk beschadigen (vocht en rij schade)

Slide 29 - Tekstslide

Behandelen van goederen
Om derving te voorkomen is het zorgvuldig omgaan met goederen en een goede opslag van belang. 

Op de behandelingsetiketten kun je zien waar je rekening mee moet houden.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

PGS15
Bij opslag van gevaarlijke goederen heb je te maken met pgs15.

PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.

Dit zijn speciale regels voor het opslaan van gevaarlijke goederen voor de veiligheid van medewerkers en klanten.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Opdracht
Aan welke regels moet je voldoen bij de opslag van gevaarlijke stoffen? 

Ga op onderzoek uit op internet en benoem er drie.

Slide 34 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Bij de detailhandel heb je te maken met de NVWA. 

Ga weer op zoek uit op internet en omschrijf in eigen woorden de taken van de NVWA.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

NVWA
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

De NVWA controleert of bedrijven voldoen aan wettelijke eisen die gelden voor bepaalde producten.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Challenge week 5
1. Wat zijn opslagmiddelen?

2. Wat betekenen de volgende symbolen op de verpakkingsmateriaal? 

3. Wat betekend PGS15?

4. Wat doet de NVWA?

Slide 40 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Welke opslagmiddelen worden gebruikt?
2. Welke symbolen kan jij vinden om het verpakkingsmateriaal?
3. Bevinden zich in het bedrijf PGS15 artikelen?

Leg de bovenstaande vragen uit en maak hier een foto's van.

Slide 41 - Tekstslide