Week 2 - jaar 2

Welkom
Mens & Maatschappij
Jaar 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mens & Maatschappij
Jaar 2

Slide 1 - Tekstslide

3.1 De Eerste Wereldoorlog
Tijd van wereldoorlogen
1900-1950

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de Eerste wereldoorlog?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Wat zijn de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?​
  • Welke partijen waren bij de oorlog betrokken?​
  • Hoe bestreden de partijen elkaar?​
  • Welke gevolgen had de Eerste Wereldoorlog in Nederland?

Slide 4 - Tekstslide

Tijdvak
Tijd van wereldoorlogen​
1900-1950  

Slide 5 - Tekstslide

Eerste Wereldoorlog
1914-1918​

Tien miljoen doden​

Wereldoorlog

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog​
Drie oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog:​
  1. Nationalisme​
  2. Militarisme ​
  3. Wapenwedloop 

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken en aanleiding Eerste Wereldoorlog​

Slide 8 - Tekstslide

Wapenwedloop

Slide 9 - Tekstslide

1. Nationalisme​


Eind 19e eeuw: Veel Europeanen hielden van hun land​
Eén volk, trots op hun geschiedenis, taal, gewoontes​
Nationalisme: Heel erg trots zijn op je eigen volk en land, en andere volken minachten

Slide 10 - Tekstslide

1. Nationalisme​
​1871: Kwam een nieuw land bij Duitsland ​

Vóór 1871: Duitsland bestond uit losse staatjes​

Ná 1871: Duitsland werd één land (rode grens) 

Slide 11 - Tekstslide

2. Militarisme​

Laten zien dat je het beste land bent (nationalisme) kan door middel van oorlog​
-> Want, het sterkste en beste land wint een oorlog snel​
-> 19e eeuw: ​
  • Was een eer om voor het land te vechten;​
  • Ouders trots op kinderen in uniform;​
  • Alles wat met het leger te maken had, vonden mensen prachtig.​
Militarisme: Verheerlijking van het leger​

Slide 12 - Tekstslide

3. Wapenwedloop​

Gevolg van militarisme:​

                     Landen gingen steeds betere wapens maken​
Ontstond een wapenwedloop: Race om de sterkste bewapening te krijgen.

Slide 13 - Tekstslide

3. Wapenwedloop​
Wapenwedloop, voorbeelden:​
  1.  Duitsland koopt 100 kanonnen. Meteen koopt Frankrijk er 200. Duitsland koopt er weer 200 bij, Frankrijk koopt er daarna ook 200 bij enzovoort. 

Slide 14 - Tekstslide

3. Wapenwedloop​
Wapenwedloop, voorbeelden:​
1. Duitsland koopt 100 kanonnen. Meteen koopt Frankrijk er 200. Duitsland koopt er weer 200 bij, Frankrijk koopt er daarna ook 200 bij enzovoort. 

2. Engeland heeft een heel snel slagschip. Duitsland huurt de beste uitvinders van de wereld in, zodat ze zo snel mogelijk een nog sneller slagschip kunnen maken. Als dat is gelukt, gaat Engeland proberen om een nog sterkere bom uit te vinden.​
Uitkomst: De wapens worden sterker en sterker (en gevaarlijker…)

Slide 15 - Tekstslide

Veel spanning in de wereld

Slide 16 - Tekstslide

Gevolg: Bondgenootschappen​
 In 1914 waren er twee grote bondgenootschappen in Europa​

Centralen:​
Duitsland​
Oostenrijk-Hongarije​
Geallieerden:​
Groot-Brittannië​
Rusland​
Frankrijk

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
Gavrilo Princip vermoord de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije: Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie in Sarajevo op 28 juni 1914. 

Slide 19 - Tekstslide

De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
  • In Oostenrijk-Hongarije waren de mensen boos;​
  • Duitsland hielp Oostenrijk-Hongarije (bondgenootschap)​

  • 1 augustus 1914: De Grote Oorlog begon.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide