Herhaling

 De bouw van botten 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

 De bouw van botten 

Slide 1 - Tekstslide

De bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en lijmstof
  • Kalkzouten geven stevigheid
  • Lijmstof zorgt voor de buigbaarheid
Hierdoor zijn ze stevig maar breken ze niet snel

Slide 2 - Tekstslide

De bouw van botten
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor. Tussen de cellen zit tussencelstof. 

Kraakbeenweefsel: tussencelstof bestaat vooral uit lijmstof
Botweefsel: tussencelstof bestaat vooral uit kalkzouten

Slide 3 - Tekstslide

 De bouw van botten
In botweefsel liggen de cellen in kringen om kanaaltjes die bloedvaatjes bevatten

Slide 4 - Tekstslide

Verandering in botweefsel

Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel

Als je ouder wordt verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder lijmstof in de botten zit...

Slide 5 - Tekstslide



Pijpbeenderen
Rood beenmerg 
Mergholte met geel beenmerg


Platte beenderen
Rood beenmerg

Type beenderen
Rood beenmerg = aanmaak bloedcellen
Geel beenmerg = opslag vet

Slide 6 - Tekstslide

Pijpbeenderen 
Pijpbeenderen: langwerpige beenderen (komen vooral in de ledematen voor). Dijbeenderen en kuitbeenderen

Slide 7 - Tekstslide

4 type verbindingen

Vergroeid

Naden

Kraakbeen

Gewrichten

Slide 8 - Tekstslide

Vergroeid
  • Geen beweging
  • Alleen in het heiligbeen

       (verschillende wervels zijn vergroeid)

Slide 9 - Tekstslide

Naadverbinding
  • Geen beweging
  • Alleen in de schedel (verschillende

       beenderen liggen heel strak

       tegen elkaar aan)

Slide 10 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding


  • Klein beetje beweging
  • In de wervelkolom
  • tussen borstbeen en ribben

Slide 11 - Tekstslide

Gewrichten
  • Veel beweging


Slide 12 - Tekstslide

Kogelgewricht
  • Beweging in verschillende richtingen
  • Schoudergewricht
  • Heupgewricht

Slide 13 - Tekstslide

Scharniergewricht

Scharniergewricht

  • Beweging in 1 richting
  • Elleboog
  • Knie
  • Vingers

Slide 14 - Tekstslide

Rolgewricht
  • 2 beenderen rollen over elkaar
  • Alleen bij ellepijp en spaakbeen

Slide 15 - Tekstslide

Houding en beweging

Slide 16 - Tekstslide

Houding
  • Wat is houding precies?
  • Spieren
  • Goede en slechte houding

Slide 17 - Tekstslide

Wervelkolom: as van het lichaam
Wervelkolom bestaat uit wervels. 

Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven van kraakbeen.

Vangen schokken op als we tillen, buigen of lopen. 

Slide 18 - Tekstslide

De wervels worden op hun plaats gehouden door spieren, die met stevige pezen vastzitten aan de wervels.

Wervelkolom is zowel stevig als bewegelijk. 

Slide 19 - Tekstslide

Ruggenmerg: Centrale zenuwstelsel binnen wervelkolom.

Zenuw: uitlopers van zenuwcellen die impulsen geleiden.

Wervel: Been. geeft bescherming

Slide 20 - Tekstslide

Tussenwervelschijf: Kraabbeenstructuur die schokken opvangt. (schokdemper)

Slide 21 - Tekstslide

                             Spieren

Slide 22 - Tekstslide

Soorten weefsels in skelet
- Kraakbeenweefsel 


- Botweefsel


- Spierweefsel

Slide 23 - Tekstslide

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opbouw spier
Je spieren bestaan voor een groot deel uit spierweefsel. 

Spierweefsel ligt gebundeld in een spierbundel

Meerdere spierbundels vormen samen een hele spier.

 Een spier trekt zich samen als een of meerdere spierbundels in de spier zich samentrekken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Alle spierbundels zijn omgeven door een vlies van bindweefsel. Deze vliezen komen aan elke kant van de spier samen en vormen daar een stevige pees.

 Met de pees is de spier goed vastgehecht aan  het bot.

 Een spier zit dus niet aan het bot. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoe krijg je blessures?
Een blessure is een beschadiging aan bot, spier of gewricht.

Blessures kunnen ontstaan door een valpartij
of overbelasting.

Slide 30 - Tekstslide

Blessures botten en gewrichten
Een botbreuk ontstaat vaak na een val.

Wanneer de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet heb je een ontwrichting

Wanneer het gewrichtskapsel van je enkel te ver uitrekt of in scheurt dan is je enkel verstuikt.

Slide 31 - Tekstslide

Zweepslag
Acuut ontstane scheur in een spier. 

Een zweepslag kan in iedere spier voorkomen, maar meestal I

Slide 32 - Tekstslide

 Voetbalknie
Hierdoor kan een van beide onderbenen blijven staan terwijl de rest van het lichaam draait. 

Als een voetballer plotseling draait en het onderbeen blijft staan, ontstaat hevige druk op de knie, waardoor de meniscus scheurt.

Slide 33 - Tekstslide

Meniscus
Tussen de botuiteinden, aan de binnen- en aan de buitenzijde van de knie, zit de meniscus, een soort stootkussen. 

Vangen schokken op, zorgen ervoor dat het kniegewricht soepel beweegt en geven de knie stabiliteit.

Slide 34 - Tekstslide

Gescheurde kruisband
Kruisband zorgt voor stabiliteit van de knie

Slide 35 - Tekstslide

Spierpijn: te veel afvalstoffen in de spier
- Spierkramp: Sterk samentrekken/scheurtje in je spier.
- Kneuzing: spiercellen en bloedvaatjes beschadigd (blauwe plek)

Slide 36 - Tekstslide