passé composé ch5

 Passé composé
Vertel wat je weet!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Passé composé
Vertel wat je weet!

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling chapitre 1/5: Présent, Passé composé 
- Présent : Heden ( ik zing)
- Passé composé: Voltooid tegenwoordige tijd ( ik heb gezongen)

- Présent: Je chante
- Passé composé: J'ai chanté

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé
Iets dat in het verleden is afgerond = voltooid tegenwoordige tijd

ik heb gegeten = j'ai mangé
ik heb geluisterd = j'ai écouté

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je een Passé composé?
A
avoir + ww op é
B
aller + ww op é
C
faire + ww op é
D
avoir

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf het hele rijtje van avoir op!
+ vertaling!

Slide 5 - Open vraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
ik heb gespeeld
B
ik speelde
C
ik zal spelen
D
ik speelde

Slide 6 - Quizvraag

Tu (écouter); wat is de juiste vorm van de voltooide tijd?
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté

Slide 7 - Quizvraag

ils (regarder); wat is de juiste vorm van de voltooide tijd?
A
a regardé
B
ont regardé
C
e regardé
D
ent regardé

Slide 8 - Quizvraag

Wij hebben gewoond; wat is de juiste vertaling?
A
vous avez habité
B
nous sommes habité
C
nous avons habité
D
nous habitons

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf het hele rijtje van être op!
+ vertaling!

Slide 11 - Open vraag

Ik ben gegaan; wat is de juiste vertaling?
A
je suis allé
B
j'ai allé
C
je vais allé
D
je fais allé

Slide 12 - Quizvraag

Kijk naar het volgende plaatje
probeer zoveel mogelijk werkwoorden te onthouden!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke werkwoorden worden met être vervoegd?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf wat je dit weekend hebt gedaan

Slide 17 - Open vraag

Beschrijf wat je buurman/buurvrouw aan heeft.

Slide 18 - Open vraag

welk bijvoeglijk naamwoord is NIET vrouwelijk
A
nouveau
B
grande
C
petite
D
belle

Slide 19 - Quizvraag

Eigenschappen
Noem zoveel mogelijk eigenschappen die je aan een persoon of ding kunt toekennen.

Slide 20 - Tekstslide