Examenvoorbereiding
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
1. De tekst wordt ingeleid door een opmerkelijk verschijnsel te noemen, namelijk de discrepantie tussen iets wel willen maar niet doen.
Op welke andere drie manieren wordt de tekst ingeleid in de
alinea’s 1 en 2?
De tekst wordt ingeleid door het geven van:
Op welke andere drie manieren wordt de tekst ingeleid in de
alinea’s 1 en 2?
De tekst wordt ingeleid door het geven van:
timer
5:00
Slide 7 - Open vraag
2. Wat is de belangrijkste boodschap uit het onderzoek van Milieu
Centraal, volgens de alinea’s 1 en 2?
Centraal, volgens de alinea’s 1 en 2?
timer
3:00
A
We kunnen nog niet duurzamer leven, omdat er te veel hindernissen zijn.
B
We vinden vooral dat anderen duurzamer moeten leven, zelf doen we al genoeg.
C
We wensen een duurzamer leven, maar weigeren ons gedrag aan te passen.
D
We willen wel duurzamer leven, maar het lukt ons nog niet om te veranderen.
Slide 8 - Quizvraag
3. Wat is de functie van alinea 3?
Alinea 3 noemt vooral
Alinea 3 noemt vooral
timer
2:00
A
gevolgen bij het gestelde in de alinea’s 1 en 2.
B
nadelen van het gestelde in de alinea’s 1 en 2.
C
tegenargumenten bij het gestelde in de alinea’s 1 en 2.
D
verklaringen bij het gestelde in de alinea’s 1 en 2.
Slide 9 - Quizvraag
4. “Het kennisniveau lijkt op peil” (regel 56)
Welke twee andere factoren dragen bij aan gedragsverandering
volgens de alinea’s 6, 7 en 8?
Gebruik per factor maximaal zes woorden
Welke twee andere factoren dragen bij aan gedragsverandering
volgens de alinea’s 6, 7 en 8?
Gebruik per factor maximaal zes woorden
timer
4:00
Slide 10 - Open vraag
5. Het is moeilijker om afscheid te nemen van vlees dan van de plastic tasjes, blijkt uit alinea 9.
Leg uit hoe dat verschil veroorzaakt wordt.
Baseer je antwoord op de alinea’s 8, 9 en 10. Vul de zinnen
in het tekstvak aan en gebruik maximaal 15 woorden per zin.
Leg uit hoe dat verschil veroorzaakt wordt.
Baseer je antwoord op de alinea’s 8, 9 en 10. Vul de zinnen
in het tekstvak aan en gebruik maximaal 15 woorden per zin.
timer
4:00
Slide 11 - Open vraag
6. In alinea 10 staat dat Milieu Centraal met ‘een campagne van kleine stapjes’ ons gedrag probeert te veranderen.
Waarom kiest Milieu Centraal voor kleine stapjes?
Waarom kiest Milieu Centraal voor kleine stapjes?
timer
2:00
A
Omdat bij grote stappen te veel mensen zouden worden overgeslagen.
B
Omdat het hebben van grote verwachtingen juist vaak teleurstellend kan uitpakken.
C
Omdat kleine, positieve ervaringen kunnen leiden tot verandering op lange termijn.
D
Omdat mensen het niet accepteren als in hun persoonlijk leven wordt ingegrepen.
Slide 12 - Quizvraag
7. Welk deelonderwerp hebben de alinea’s 9 en 10 samen?
timer
2:00
A
Campagne van kleine stapjes
B
Iedereen veganist
C
Langetermijngedrag
D
Van weerstand tot gewoonte
Slide 13 - Quizvraag
8. Met welk doel lijkt deze tekst te zijn geschreven?
De tekst lijkt de lezer vooral
De tekst lijkt de lezer vooral
timer
1:30
A
te adviseren hoe hij uiteindelijk weloverwogen een gezond en duurzaam leven kan leiden.
B
te adviseren hoe hij zijn weinig duurzame manier van leven aan kan passen aan de eisen van deze tijd.
C
te informeren over de verschillende mogelijkheden om sociale normen te veranderen.
D
te informeren over de wens en de moeilijkheid om gewoontes om te buigen naar een duurzame levensstijl.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
1.1 Je moet de informatie uit alinea 5 samenvatten. Welke TWEE zinnen bevatten informatie die je in een samenvatting gebruikt? Noteer de letters
Slide 18 - Open vraag
1.2 Welke zin hoort NIET in een samenvatting van deze tekst?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 19 - Quizvraag
1.3.Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde, zodat er een goedlopende samenvatting ontstaat van alinea 4 t/m 6.
Noteer alleen de eerste drie woorden.
LET OP: markeer ook de bijbehorende zin in de tekst.
Noteer alleen de eerste drie woorden.
LET OP: markeer ook de bijbehorende zin in de tekst.
timer
1:00
Slide 20 - Open vraag
2.1 Welke zin vat alinea 8 het best samen?
Markeer de zin in de tekst waar je dit antwoord hebt gevonden.
Markeer de zin in de tekst waar je dit antwoord hebt gevonden.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quizvraag
2.2 Welke zin hoort niet in een samenvatting van deze tekst?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 22 - Quizvraag
2.3 Maak een samenvatting van het verloop en de uitslag van het treinexperiment. Noteer de eerste twee woorden.
LET OP: markeer ook de zin in de tekst waar je het antwoord gevonden hebt.
LET OP: markeer ook de zin in de tekst waar je het antwoord gevonden hebt.
Slide 23 - Open vraag
Schroeder doet een suggestie naar aanleiding van verschillende onderzoeken. Vat deze suggestie samen in maximaal 17 woorden. Markeer je antwoord in de tekst!
