Les 1 Krachten herkennen

DEZE LES
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DEZE LES

Slide 1 - Tekstslide

KRACHTEN

Slide 2 - Woordweb

Krachten herkennen
DEMONSTRATIES

Slide 3 - Tekstslide

KRACHTEN in je omgeving

Krachten die op mensen en voorwerpen worden uitgevoerd kun jij niet voelen of zien.
Je kunt alleen zien welk effect die krachten hebben. 
We onderscheiden 2 soorten effecten:
1 = vervormen (plastisch en elastisch)
2 = bewegen (richting en snelheid)

Slide 4 - Tekstslide

Vervorming

Dit effect kun je onderverdelen in twee soorten vervormingen:
1 = plastisch, een blijvende vervorming
2 = elastisch, een tijdelijke vervorming

Noem een aantal materialen die plastisch of elastisch kunnen vervormen.

Slide 5 - Tekstslide

Vervorming

Dit effect kun je onderverdelen in twee soorten vervormingen:
1 = plastisch, een blijvende vervorming
      klei, aluminiumfolie, kneedgum
2 = elastisch, een tijdelijke vervorming
       schuimrubber, elastiek

Slide 6 - Tekstslide

Noem een aantal
verschillende krachten

Slide 7 - Woordweb

KRACHTEN
Noem een aantal verschillende krachten.
- spierkracht Fsp (verkorte schrijfwijze)
- zwaartekracht
- veerkracht
- magnetische kracht
- elektrische kracht
- wrijvingskracht
- spankracht       
Geef van iedere kracht de verkorte schrijfwijze.
- normaalkracht

Slide 8 - Tekstslide

KRACHTEN
Noem een aantal verschillende krachten.
- spierkracht Fsp (= verkorte schrijfwijze)
- zwaartekracht Fz
- veerkracht Fv
- magnetische kracht Fm
- elektrische kracht Fel
- wrijvingskracht Fw
- spankracht Fs
- normaalkracht Fn

Slide 9 - Tekstslide

Welke kracht wordt hier beschreven?
De kracht waarmee je aan een stuk touw trekt.
A
trekkracht
B
spierkracht
C
spankracht
D
aantrekkingskracht

Slide 10 - Quizvraag

Het massamiddelpunt (zwaartepunt)

Slide 11 - Tekstslide

Krachtenschaal:
1 cm ^ 100 N
Tekenen van een kracht
1 = aangrijpingspunt
2 = richting
3 = lengte (grootte)
4 = krachtenschaal
Teken de volgende krachten:
De spierkracht van de man op de doos is 200 N.
De zwaartekracht die op de doos werkt is 200 N.

Slide 12 - Tekstslide

AFSLUITING

Slide 13 - Tekstslide