Thema 4 BS 3 Het rijk van de schimmels en BS 4 Het rijk van de planten

1 / 16
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

BS 4 plantenrijk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

plantencel


  • Celwand
  • Celkern
  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • Bladgroenkorrels
  • Vacuole

Slide 5 - Tekstslide

  •  Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  •  Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

We gaan focussen op de verschillen tussen wieren, mossen en vaatplanten.

Slide 6 - Tekstslide

  •  Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  •  Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

___I___
__________________I__
____I___
_____I____

Slide 7 - Tekstslide

wieren

- geen wortels
- geen stengels
- geen bladeren
- geen bloemen
vaatplanten

- stengels
- wortels
- bladeren 
- soms bloemen


mossen

- geen wortels 
- stengels
- soms bladeren
- geen bloemen

Slide 8 - Tekstslide

groenwieren (algen)

ééncellig
meercellig

voortplanting door deling of spoorvorming


boomalg
zeesla

Slide 9 - Tekstslide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 10 - Tekstslide

vaatplanten
Sporenplanten

geen bloemen
voortplanting door sporen

voorbeelden:
- paardenstaarten
- varens
Zaadplanten

wel bloemen 
voortplanting door bloemen/vruchten/zaden

voorbeelden:
- naaktzadigen
- bedektzadigen

Slide 11 - Tekstslide

Paardenstaart 
  • Hebben holle stengels.
  • Sporen groeien in     sporenvormende organen.



vb: Heermoes

Slide 12 - Tekstslide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
 vb: Mannetjesvaren

Slide 13 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Naaktzadigen

        - Zaden tussen de schubben (kegels)

        - Bladeren meestal naaldvormig

  • Bedektzadigen

        - Zaden in vruchten

        - Bladeren niet naaldvormig

Slide 14 - Tekstslide

Zaadplanten
Naaktzadig                                                Bedektzadig (BLOEMEN!)

Slide 15 - Tekstslide

  •  Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  •  Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

eencellig
meercellig
___I___
__________________I__
____I___
_____I____
sporenplanten
zaadplanten
paardenstaarten                varens
naaktzadigen     bedektzadigen

Slide 16 - Tekstslide