Financieel afschrijvingen (H1.9 en H1.10)

Hoofdstuk 1.9 & 1.10 
1.9 -> Rentekosten over duurzame productiemiddelen 
1.10 -> Keuze van afschrijving 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1.9 & 1.10 
1.9 -> Rentekosten over duurzame productiemiddelen 
1.10 -> Keuze van afschrijving 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les weten/kunnen wij:
  • Rentekosten berekenen over duurzame productiemiddelen
  • De juiste manier van afschrijven kiezen voor een bepaalde situatie.

Slide 2 - Tekstslide

DPM 

Wat is dat?

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1.9
Wanneer je geld in een duurzaam bedrijfsmiddel investeert loop je rente mis. 
Je had dit geld ook op een spaarrekening bij de bank kunnen zetten. In dat geval had je rente ontvangen van de bank. De rente die je mist, neem je op in de kosten als rentekosten over dpm. Je berekent deze rente over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen per jaar (en dus niet over aanschafwaarde!)

Slide 4 - Tekstslide

Oefenopdracht
Jelena koopt een computer van € 3.025 inclusief 21% btw voor haar bedrijf. De restwaarde schat Jelena op € 100. De economische levensduur is drie jaar. De technische levensduur is vijf jaar. De rente bedraagt 4%. Jelena schrijft af met een vast bedrag per jaar.


Slide 5 - Tekstslide

Oefenopdracht
Gevraagd

a. Hoeveel schrijft Jelena per jaar af?
b. Maak het afschrijvingsplan voor Jelena.
c. Bereken de jaarlijkse rentekosten voor Jelena, als je deze berekent over het jaarlijks gemiddeld geïnvesteerd vermogen.
d. Bereken de jaarlijkse rentekosten als je deze gelijkmatig over de levensduur verdeelt.


Slide 6 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Opdrachten 66 en 67 maken 
Daarna bespreken 

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 1.10
Complementaire kosten

Wat zijn dat? 

Waarom van invloed op de methode van afschrijven?

Slide 8 - Tekstslide

Afschrijvingen 1.10
Vast bedrag per jaar OF percentage van boekwaarde.

Vast bedrag per jaar

Slide 9 - Tekstslide

Vast bedrag per jaar afschrijven

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 1.10 
Vast bedrag per jaar OF percentage van boekwaarde.

Percentage van boekwaarde 
Stap 1: afschrijvingsplan maken (dit is je basis!)
Stap 2: gemiddeld geïnvesteerd vermogen berekenen
Stap 3: rentekosten berekenen 

Slide 11 - Tekstslide

Percentage van boekwaarde

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil?

Slide 13 - Tekstslide

Keuze van methode
  • Jaarlijks stijgende complementaire kosten
  • Gelijkblijvende complementaire kosten 

Keuze:
Vast afschrijvingsbedrag
Vast percentage van boekwaarde
 

Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Opdrachten 68 t/m 73 maken 
Daarna/tussentijds bespreken 

Slide 15 - Tekstslide

Einde les
Weten wij nu:
  • De juiste manier van afschrijven kiezen voor een bepaalde situatie.
  • Hoe wij rentekosten berekenen over duurzame productiemiddelen

Slide 16 - Tekstslide