8.3 straling gebruiken

Straling gebruiken
.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Straling gebruiken
.

Slide 1 - Tekstslide

Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Atoombouw:
Welke deeltjes zitten er in de kern?
A
protonen en elektronen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen

Slide 3 - Quizvraag

Atoombouw:
Hoe heten de positief geladen deeltjes?
A
protonen
B
elektronen
C
neutronen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het atoomnummer?
A
Aantal elektronen
B
Aantal protonen
C
Aantal neutronen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het atoomnummer van Calcium
A
19
B
20
C
39
D
40

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het massagetal van dit stikstofatoom?
A
0
B
7
C
14
D
21

Slide 7 - Quizvraag

Massagetal =
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal protonen - aantal elektronen
D
aantal protonen + aantal neutronen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de halveringstijd van deze stof?

Slide 10 - Open vraag

De halveringstijd van jood-131 is 8 dagen. Na hoeveel tijd is er nog 6,25 % over?

Slide 11 - Open vraag

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 12 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 13 - Quizvraag

huiswerk bespreken

Slide 14 - Tekstslide

Ioniserende straling

In de vorige lessen hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken. 

Slide 15 - Tekstslide

Doordringend vermogen
Alfastraling: klein doordringend vermogen.

Bètastraling: groter doordringend vermogen

Gammastraling: groot doordringend vermogen. 


Ander woord voor doordringend vermogen is dracht

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke straling wordt tegengehouden door een stukje papier?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
ultra violette

Slide 18 - Quizvraag

Welke straling zorgt ervoor dat je verbrand?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
ultra violette

Slide 19 - Quizvraag

Tracer
  • Een radioactieve stof die gammastraling uitzendt wordt in lichaam gespoten 
  • Aan de buitenkant van lichaam is te meten waar de stof naartoe gaat
  • Je kunt het spoor van de stof in lichaam volgen = TRACER
  • Als de tracer op de juiste plaats is wordt een foto of filmpje gemaakt

Slide 20 - Tekstslide

Tracer
  • Straling van radioactieve stoffen wordt in ziekenhuis gebruikt om diagnoses te stellen.
  • Hoe groot is de schildklier? Hoeveel spierweefsel van het hart is door hartaanval aangetast?

Slide 21 - Tekstslide

Bestraling
Uitwendige bestraling:
Ioniserende straling wordt van buiten het 
lichaam op de tumor gestraald.

Inwendige bestraling:
Radioactieve stof wordt binnengebracht, 
in het lichaam gaat deze de tumor 
bestralen.

Slide 22 - Tekstslide

Bestraling
Uitwendige bestraling --> 
gammastraling

Inwendige bestraling -->
alfastraling

Slide 23 - Tekstslide

Bestraling en besmetting
Bestraling
Je bent blootgesteld aan straling, maar de bron is ergens anders.
Besmetting
De bron van de straling zit in of op je lijf.

Slide 24 - Tekstslide

aan de slag
maken opgaven 8.3

Slide 25 - Tekstslide