Ademhalingsstelsel/ astma/ COPD

Periode 3
Onderwerpen:
-hulp bieden bij cliënten met ademhalingsproblemen
-hulp bieden bij cliënten met koorts en onderkoeling
-hulp bieden bij een goede nachtrust
-hulp bij cliënten bij cliënten met neurologische aandoeningen, waaronder dementie
-hulp bij cliënten met ziekten aan het bewegingsapparaat.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ADLMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Periode 3
Onderwerpen:
-hulp bieden bij cliënten met ademhalingsproblemen
-hulp bieden bij cliënten met koorts en onderkoeling
-hulp bieden bij een goede nachtrust
-hulp bij cliënten bij cliënten met neurologische aandoeningen, waaronder dementie
-hulp bij cliënten met ziekten aan het bewegingsapparaat.

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
Eindopdracht:
Deze eindopdracht bestaat uit het uitwerken van hulp voor iemand die een gezondheidsverandering heeft (gehad).

Zie It's Learning

Slide 2 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel 
Deze les gaan wij met dit onderwerp aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In- en uitademing
Je hebt zuurstof nodig om te 
leven.
De afvalstoffen die terugkomen 
via het bloed, worden afgestaan 
via de ademhaling.

Slide 5 - Tekstslide

Het ademhalingsstelsel
Bestaat uit:
Neus- en mondholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp en luchtpijp-
takken
Longen

Slide 6 - Tekstslide

Neus- en mondholte
Je ademt in en uit via je neus en mond
Je neus filtert de lucht, het vuil eruit en bevochtigt
Reukorgaan

Slide 7 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
Bovenkant keelholte staat in verbinding met neus en mond
Onderkant splitst zich in slokdarm en luchtpijp

Lucht: strottenhoofd zorgt dat je slokdarm afgesloten is en lucht in je luchtpijp stroomt
Eten: je huig sluit je neus af en je strottenklepje sluit je strottenhoofd af

Slide 8 - Tekstslide

Het strottenklepje
Heeft als doel om de luchtpijn af te sluiten zodat je veilig eten en drinken door kan slikken.
In de keelholte komen de luchtpijp en slokdarm samen,

Slide 9 - Tekstslide

Luchtpijp
Luchtpijp: een 13 cm lange buis, 
met hoefijzer vormige kraakbeen 
ringen.
Bekleed met slijmvlies en trilhaartjes
Slijmvlies heel gevoelig, bijv bij 
vreemd voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Bronchiën
Je luchtpijp vertakt zich in twee takken: de bronchiën
Ze vertakken zich steeds verder in kleinere vertakkingen, en bereiken uiteindelijk 
de longblaasjes

Slide 11 - Tekstslide

Longen
Ze wegen ongeveer 1 kg
Linkerlong is kleiner dan de rechter
Longkwab: bestaat uit honderden 
longkwabjes
Longblaasjes: allerkleinste vertakkingen van 
de bronchiën. Vorm van trosjes. Hier vindt uitwisseling van zuurstof en koolmonoxide plaats

Slide 12 - Tekstslide

Werking van de ademhaling
Ademhaling; geregeld vanuit ademhalingscentrum
Verloopt automatisch/ onwillekeurig

2 fases

Slide 13 - Tekstslide

Chronische longaandoeningen
- Astma 
- COPD
      1. Chronische bronchitis
      2. Long emfyseem
- Longkanker (komt bij module kanker)

Slide 14 - Tekstslide

COPD is een verzamelnaam voor:
Chronische bronchitis:
* Bronchiën zijn steeds ontstoken. 
* Slijmvlies wordt dikker en produceert meer slijm.
* Benauwdheid en hoesten
Longemfyseem:
Longblaasjes rekken uit en gaan kapot.
Komen met elkaar in verbinding en vormen grote slappe blaasjes. 
Des te meer beschadiging des te minder O2 de longen kan opnemen. 

Slide 15 - Tekstslide

Chronic Obstructive Pulmonary Disease / 
(Chronische Obstructieve Long Ziekte)
  • Chronische longziekte
  • Permanente vernauwing van de luchtwegen
  • Ontstaan vaak op oudere leeftijd (40 +)
  • Vaak veroorzaakt door (jarenlang) roken
  • Het slijmvlies in de luchtwegen raakt ontstoken -> zwelt op en vormt meer slijmvlies.



COPD -> Chronic Obstructive Pulmonary Disease /
(Chronische Obstructieve Long Ziekte)

  • Chronische longziekte
  • Chronische bronchitis en longemfyseem
  • Permanente vernauwing van de luchtwegen
  • Ontstaan vaak op oudere leeftijd (40 +)
  • Vaak veroorzaakt door (jarenlang) roken
  • Het slijmvlies in de luchtwegen raakt ontstoken -> zwelt op en vormt meer slijmvlies.

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken

- Roken -> 90% van alle gevallen
- Allergie
- Hevige blootstelling aan chemicaliën en dampen. 
- Chronisch astma
- Erfelijke ziekte Alpha-1: eiwit om longen te beschermen. Wordt niet aangemaakt in lever en veroorzaakt COPD 


Verschijnselen





Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Medicatie bij longproblemen
1. Bij hoestprikkels om de hoestprikkel te verminderen -> Codeïne
2. Bij astma/COPD om de aanval op het eigen lichaam te verminderen -> prednison/dexamethason
3. Bij astma/COPD om de luchtwegen open te houden en slijmvorming te verminderen (puffjes)-> Serevent, Salbutamol, Ventolin, Pulmicort, Foster
4. Bij een longontsteking -> Amoxicilline, Augmentin

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
1. Laat client op juiste wijze en tijdstip medicijnen nemen (inhalatie)
2. Laat cliënt voldoende bewegen/ fysiotherapie
3. Zorg voor goede voeding
4. Ademhalings-/ ontspanningsoefeningen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Astma
- Chronische kleine ontstekingen  in de luchtwegen
- Ontstaat al op jongere leeftijd
- Een combinatie van omgevings- en erfelijke factoren.

- De luchtwegen raken snel geprikkeld door allerlei stoffen. Veel mensen met astma zijn allergisch. 

- Klachten in aanvallen, niet elke dag

 

Slide 22 - Tekstslide

Soorten astma
Allergisch astma 

Niet-allergisch: niet-allergische prikkels geven klachten. -> uitlaatgassen,benzine,balkuchtjes,parfum of schoonmaakmiddelen. Maar ook kou, mist en vochtige lucht. 

Inspanning: lichamelijke inspanning, stress 
en heftige emoties.


Slide 23 - Tekstslide

Oorzaak astma: erfelijkheid, rokende ouders, te vroeg geboren, aanleg voor allergieën, beroepsastma

Slide 24 - Tekstslide

Behandeling
Gericht op het onder controle houden van de ziekte. 

Medicatie: ontstekingsremmers en luchtwegverwijderaars. 

Medicatie gericht op de allergie:
Anti-histaminica



Slide 25 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
1. Laat client op juiste wijze en tijdstip medicijnen nemen (inhalatie)
2. Laat client voldoende bewegen
3. Laat client stoffen vermijden waar die allergisch voor is (wasmiddelen, huisstofmijt, bepaalde voeding of planten, stuifmeel)

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 47 reader
Heb je tijdens je werk weleens een zorgvrager gezien die problemen had met de ademhaling?

Zo ja, weet je waardoor dat kwam?

Waaraan zag je dat de zorgvrager last had met de ademhaling?

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 47 reader
In 2 tallen: observeer de ademhaling van de ander.
Schrijf je bevindingen op over de:

ADEMFREQUENTIE
DIEPTE
REGELMAAT

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Geef aan wat jij als helpende kunt doen


Casus 1
Mevrouw de Bruin heeft ademhalingsproblemen. Ze wordt thuis verzorgd. Haar bed is in de woonkamer geplaatst omdat ze te weinig adem heeft om de trap op te lopen. Mevrouw moet plassen en vraagt om hulp.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 2
Meneer den Driel heeft longemfyseem en is bij de geringste inspanning kortademig. Meneer wast zich bij de wastafel, maar als hij dit helemaal alleen moet doen dan is hij door al zijn energie heen.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 3
Mevrouw Simons heeft snel last van kortademigheid. Ze verzorgt zichzelf wel in een heel rustig tempo en ze loopt op haar eigen kamer met een rollator. Mevrouw vraagt aan jou om haar naar activiteitenbegeleiding te brengen

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 4
Meneer den Driel heeft een longaandoening en hij is daardoor erg kortademig. Meneer krijgt huishoudelijke hulp en hij wordt 3x per week geholpen met wassen aan de wastafel. De bovenkant doet hij dan zelf, de rest wordt door de helpende gedaan. Op een ochtend merk je dat hij niet opschiet, hij leunt rochelend tegen de wastafel aan en hoest slijm op

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 5
Meneer van Dam heeft last van zijn hart en is daardoor vaak kortademig. Op een morgen tref je hem aan voor de wastafel, zijn lippen zijn blauw en je ziet hem "neusvleugelen". Je wilt meneer graag helpen met het wassen, maar dat wil hij liever niet.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 6
Meneer de Bie is bekend met astma. Op een avond ga je naar een bel van meneer toe. Meneer staat voor het open raam, ziet er erg ziek uit en heeft veel moeite met de ademhaling

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 48 reader
Casus 7
Mevrouw Jaspers is een nerveuze vraag van 82 jaar. ze maakt zich om veel dingen zenuwachtig en het is bekend dat mevrouw last heeft van hyperventilatie. Op een middag belt ze. Je treft mevrouw aan op haar kamer. Ze is in paniek, is erg bleek en haalt snel en diep adem.

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk of in groepjes:
Opdracht 49 reader



Slide 36 - Tekstslide