Thema 4: Politie (Woordenschat boekje 1)

Thema 4: Politie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Politie

Slide 1 - Tekstslide

'Aanhouding omdat iemand ergens van verdacht wordt'
A
Overtreding
B
Opsporing
C
Signalement
D
Arrestatie

Slide 2 - Quizvraag

'In de rechtszaal kan een advocaat mij ..........'
A
Verdedigen
B
Afluisteren
C
Bespioneren
D
Wantrouwen

Slide 3 - Quizvraag

'Onverwachte aanval om iets weg te roven'
A
Signalement
B
Roofoverval
C
Bewijs
D
Bekeuring

Slide 4 - Quizvraag

Wat is deze persoon aan het doen?
Verraden
Wantrouwen
Bekeuren
Afluisteren

Slide 5 - Sleepvraag

'Iemand die de leiding heeft bij de politie'
A
Rechercheur
B
Advocaat
C
Commissaris
D
Detective

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'bewijs'?
A
Geldstraf als je een overtreding hebt begaan
B
Beschrijving van het uiterlijk van iemand
C
Het zoeken naar en het vinden van iets
D
Feit dat aantoont dat iets waar is

Slide 7 - Quizvraag

'M'n vrienden hebben me ........ en nu zit ik in de cel op het politiebureau'
A
Verraden
B
Geraden
C
Gebraden
D
Dorade

Slide 8 - Quizvraag

Wat draagt een politieagent meestal?
Schort
Kostuum
Uniform
Bouwhelm

Slide 9 - Sleepvraag

'Iemand die mensen verdedigt bij de rechtbank tijdens een rechtszaak'
A
Detective
B
Rechercheur
C
Rechter
D
Advocaat

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'bekeuring'?
A
Je niet houden aan een wet of regel
B
Geldstraf als je een overtreding hebt begaan
C
Beschrijving van het uiterlijk van iemand
D
Verklappen wat eigenlijk geheim had moeten blijven

Slide 11 - Quizvraag

'De man is veroordeeld tot 5 jaar in de cel. Hij komt dus voorlopig niet uit de ..........'
A
Rechtbank
B
Feesttent
C
Kast
D
Gevangenis

Slide 12 - Quizvraag

In welk gebouw werkt deze persoon?
Gevangenis
Politiebureau
School
Rechtbank

Slide 13 - Sleepvraag

'Iemand die bij de politie misdadigers opspoort en misdrijven onderzoekt'
A
Detective
B
Commissaris
C
Rechercheur
D
Rechter

Slide 14 - Quizvraag

'Ik moest uitleggen hoe de overvaller eruit zag, dus ik gaf zijn ...........'
A
Signalement
B
Bewijs
C
Overtreding
D
Opsporing

Slide 15 - Quizvraag

'Het zoeken naar en het vinden van iets'
A
Overtreding
B
Wantrouwen
C
Uniform
D
Opsporing

Slide 16 - Quizvraag

BONUSVRAAG
Hoe heet het als je bijvoorbeeld door rood rijdt of geen helm draagt op een scooter?

Slide 17 - Open vraag

Succes bij de toets!

Slide 18 - Tekstslide