3.5 scientific revolution

scientific revolution: what you see is not what you get! 
3.5 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
HistoryMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

scientific revolution: what you see is not what you get! 
3.5 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0bjectives
By the end of this lesson, you will be able to explain what the Scientific Revolution was,
how it came about and
what the consequences were.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sci-rev
"The Scientific Revolution is a period in the history of science when classical-religious ideas gave way to modern-scientific ideas. "
or in other words:




Don't believe everything you see
Don't believe everything you have to

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Truth 
Main question: what is truth?
Characteristic: 
no longer assuming
what others say,
but think for yourself ( sapere aude!) 
How: rationalism vs. empiricism

Slide 4 - Tekstslide

Wat is waarheid? Als de oude Grieken of Romeinen het vinden? Als het in de Bijbel staat? Of iets anders? Je kunt de wereld niet verklaren door alleen een beroep te doen op het gezag van anderen. Zelf logisch redenenen of systematisch observeren en experimenten was het devies.
foundation of modern science 
Rationalism:                                                       Empiricism:
logical reasoning                                           sense perception 
(Descartes)                                        (Bacon)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Rationalism
Scientists relied on their own reason rather than faith
Rationalism: Only the use of human reason (ratio) can lead to meaningful knowledge
Sapere Aude! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalism
Rene Descartes. New vision of God and the world
Mechanistic worldview
Rationalist: only by thinking do you obtain true knowledge
Cogito ergo sum 
(I think therefore I am)

Slide 7 - Tekstslide

Descartes: God grijpt niet direct in in de werkelijkheid, want hij heeft de wereld in gang gezet dmv natuurwetten.
Durf te twijfelen. Ontdoe je van oude gedachten , voordat je zelf begint met onderzoek doen. Hij twijfelde aan bijna alles. Ook aan het zintuiglijke, want je zintuigen houden je voor de gek, stelde hij. Denk maar eens aan een droom. Wat is werkelijkheid.
Cogito ergo sum. Wat we met de rede kunnen vatten is meer werkelijkheid dan dat we met onze zintuigen kunnen waarnemen.
Leuk feitje. Hij overtuigde zijn docenten op de universiteit ervan dat hij de hoogste cijfers haalde als hij niet naar college hoefde te komen maar in bed mocht studeren. Ze gaven hem de kans en prompt haalde hij de hoogste cijfers. Hij heeft dit het grootste deel van zijn leven volgehouden.
Werkte 20 jaar in De Republiek.
Kritiek op Descartes door Pascal. Descartes maakt de mens in zijn ogen tot een denkend ding die in een puur rationele verhouding tot de werkelijkheid staat. Het gevoel, de wil en het hart zijn volgens Pascal net zo belangrijk (het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent) Hij was ook een rationalist, want probeert vanuit de rede aan te tonen hoe onredelijk het is om de grenzen van de rede niet te willen zien. Geeft de rede echt antwoord op alle levensvragen? 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

During the Renaissance, scientists started doing research by reasoning and logic, without experimenting. This type of research is called:


A
rationalism
B
empirical thinking
C
logical thinking
D
scientific thinking

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What did Descartes mean by "I think therefore I am? Choose the best answer.
A
Pas als je alle bestaande kennis in twijfel trekt, kun je nieuwe kennis ontdekken.
B
Ik kan nadenken, dus ik moet wel echt zijn.
C
Alleen met je verstand kun je nieuwe kennis ontdekken.
D
A, B en C zijn goed.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Descartes was a philosopher who became known for the statement, I think, therefore I am.

Why does this statement fit the Enlightenment so well?


A
Deze uitspraak maakt duidelijk dat Descartes een groot vertrouwen had in de kracht van de natuur.
B
Deze uitspraak maakt duidelijk dat Descartes geloofde in de kracht van het verstand.
C
Deze uitspraak maakt duidelijk dat Descartes geloofde in de kracht van God de Schepper die alles maakt.
D
Deze uitspraak maakt duidelijk dat Descartes weinig vertrouwen had in het bestuderen van de Bijbelverhalen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rationalism: which one is wrong?
A
wetenschappelijke revolutie
B
verstandelijk redeneren
C
vanuit geloof redeneren
D
onderzoeken vanuit de ratio

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Empirism
- Theory: any research should be based on observation,
experience and
experiment: looking closely at what is happening around you



- Forget about the past!
- new worldview

Slide 13 - Tekstslide

Fundamenten al in de oudheid (Aristoteles en vanaf 14 eeuw gaat men steeds systematischer te werk.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nicolau Copernicus 1473-1543
Doubt about geocentric worldview
Consequence: 
observations celestial bodies.
Conclusion:
heliocentric worldview

Slide 15 - Tekstslide

Durfde zijn ideeen lange tijd niet te publiceren uit angst voor de katholieke kerk die de aarde als het middelpunt bleef zien
change in worldview
geocentric                                             heliocentric 

Slide 16 - Tekstslide

Durfde zijn ideeen lange tijd niet te publiceren uit angst voor de katholieke kerk die de aarde als het middelpunt bleef zien
Empirism: which one is incorrect?
A
wetenschappelijke revolutie
B
zintuigen heel belangrijk
C
vanuit geloof redeneren
D
verstand gebruiken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

causes SCI-rev! 
- development of scientific thinking
- relative freedom of press
- development of educational institutions: University of Leiden/Utrecht
- scientific 'salons': people discuss in magazines and gatherings
- economic conditions - Golden Age: money for inventions 
- cooperation between craftsmen and scholars

Slide 18 - Tekstslide

Spinoza:
-grootste en meest invloedrijke filosoof die Nederland ooit gekend heeft.
-Joodse afkomst
-Verketterd door eigen familie
-God heeft de wereld niet geschapen.
God is namelijk de wereld zelf.
(pantheïsme)
-wonderen bestaan niet
-de Bijbel is een mensenboek
-God bestuurt de wereld volgens de wetten
van de natuur
-de mens wordt geleid door natuurwetten
-de mens heeft geen vrije wil, maar gevangen
in een mechanisch lichaam (voorbeeld is een baby die moet huilen, op zijn duim zuigt, een kind die een ontwikkeling doormaakt, bijv. bang zijn in het donker als je 4 jaar oud bent, of puberachtig gedrag vertonen als je ouder wordt. Kun je daar wat aan doen? Wat is nu eigenlijk die vrije wil?
important persons
Robert Boyle (properties of air)
William Harvey (circulation of blood)
Jan Swammerdam (dissecting insects)
Anthony van Leeuwenhoek (microscope -> bacteria)
Christian Huygens (pendulum clock and light waves)
Inventions were also put into practice -> precise sea charts; calculating trajectory of bullets; firepower of cannons and guns became much better.
Scientific revolution is the start of Enlightenment (in thinking)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

consequences Sci-rev
Great progress in many fields:
- Medicine, shipping, warfare, etc.

Western Europeans are (slowly but surely) about to dominate the world

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Welke uitspraak past bij de werkwijze van de wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie?

De wetenschappers:
A
kwamen voornamelijk uit de Republiek.
B
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel.
C
vertrouwden steeds meer op hun eigen waarnemingen.
D
vonden dat de filosofen uit de oudheid per definitie gelijk hadden.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which two modes of inquiry led to the scientific revolution?
A
empirisme en renaissance
B
empirisme en rationalisme
C
positivisme en renaissance
D
positivisme en rationalisme

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gaining knowledge through observation and experimentation is called:
A
Rationalisme
B
de Verlichting
C
Deïsme
D
Empirisme

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Empirism
Rationalism
Je verstand en logisch redeneren is de basis voor kennis
Waarneming door je zintuigen is de basis voor kennis
Natuurkunde
Filosofie
Sterrenkunde
John Locke
René Descartes
Galileo Galilei

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies