V4 13.5. Aussprache, Hotel

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm 
Wiederholen / Verbesserungen
Aussprache
Gespräch Hotel / Camping 
                   

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Münster
Freitag,  16. Mai


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Münster
8.30          Melden bij vakdocent bij schoolingang
9.00           Vertrek   (per klas in de bus)
ca. 12.00  Aankomst in Münster
13.00          Rondleiding
14.00          Vrije tijd voor opdrachten (in groepjes)
18.00         Verzamelen voor eten in Ratskeller
20.30          Vertrek     (ca. 23.15 terug)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Münster
Meenemen:  

Makkelijke schoenen
Pen + Papier
Lunch

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Münster
Eigen lunchpaket meenemen!
 
3 Opdrachten:
Foto's         tijdens rondleiding met commentaar in het Duits
Postkaart  
Interview   met passanten opnemen 
Interview inleveren op classroom tot maandag 20 mei



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MO
ab Mo 26.5.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespräch Touristeninformation
plattegrond  ->  der Stadtplan  
                                    (<-> Karte)
Folder             ->  die Brochüre
Museum        ->  mv   die Museen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt
A
Vielen Dank
B
Viele Danke
C
Herzlichen Dank
D
Danke schön

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sorry!
Pardon!

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

duzen of Siezen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duzen

= tutoyeren
(Herkenbaar vanuit het Frans?)

= jij (Du) zeggen


* ouders, andere familieleden

* kinderen tot ongeveer 16 jaar

* vrienden, goede kennissen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Siezen

= vousvoyeren
(Herkenbaar vanuit het Frans?)

= u (Sie) zeggen


* iedereen boven de 16 jaar

* de personen die niet onder 'duzen' vallen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

duzen oder Siezen?

Was sagst du zu deiner Oma?
A
du
B
Sie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

du (duzen)
Sie
(siezen)
zu Bekannten über 18 Jahren.
in der Familie, zwischen Freunden und guten Kollegen
zu Gleichaltrigen
zu fremden Erwachsenen (Lehrer, Ärzte, Verkäuferinnen, .. )

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

duzen
siezen
Kann ich etwas für Sie tun?
Hast du Hunger?
Was denkst du?
Ist das ihr Buch?
Was ist Ihre Meinung dazu?
Was war deine Frage?
Sehr geehrter Herr...,
Liebe Jana ,

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverben

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODALE HULPWERKWOORDEN

dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen




mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
willen
weten


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
sollen
kunnen
mogen, toestemming hebben
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
leuk vinden, lusten, aardig vinden
willen
wollen
mögen
dürfen
können

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

modale werkwoorden

dürfen

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen
ich
darf
kann
mag 
muss
soll
will
weiß
du
darf-  st
kann - st 
mag - st
muss - t
soll - st
will - st
weiß - t
er/sie/es
darf
kann
mag
muss
soll
wil
weiß
wir
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
soll - en
woll - en
wiss - en
ihr
dürf - t
könn -
mög - t
müss - t
soll - t
woll - t
wiss - t
sie/Sie
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
soll - en
woll - en
wiss - en
ge-durf-t
ge-konn-t
ge-moch-t
ge-muss-t
ge-soll-t
ge - woll -t
ge-wuss- t

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb
"dürfen"
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb
"wissen"
weiß
weißt
weiß
wissen
wisst
wissen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
weiße
weißen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Möchten...."de vreemde eend in de bijt". 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Möchten = zou graag willen

Möchten is een vriendelijkere -/beleefdere vorm van willen. Deze vorm wordt in het Duits veel gebruikt als je iets wilt hebben. 

Beispiel: Ich möchte gerne ein Eis haben. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Möchten = zou graag willen

ich möchte
du möchtest
er/sie/es möchte
wir möchten
ihr möchtet
sie/Sie möchten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchte
möchten
möchten
möchtet

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag ik....
Mag ik...        is niet !!!!        Möchte ich...

->  Ich möchte (bitte) .... 
->  Darf/Dürfte/Kann ich....

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag ik (u) iets vragen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet u, waar de Dom is?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erklärung: Vokale (klinkers)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Umlaut

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
Kuh
A
oe
B
uu

Slide 33 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
München
A
oe
B
uu

Slide 34 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
Köln
A
o
B
eu

Slide 35 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
hören
A
o
B
eu
C
oi
D
oo

Slide 36 - Quizvraag

Wörter
Aussprache - Zischlaute

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sp  /  St
sp  ->  schp                         Sport, Spaß, spielen
st   ->  scht                           Stadt, Straße, stehen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"g" - "ch"
de "g" klinkt als Engelse "g" > goodluck - Guten Morgen

ch
Ach-Laut
Ich-Laut

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
  • Ich-Laut & Ach-Laut

  • ch nach a, o, u und au --> Ach-Laut
  • ch nach andere Vokale (klinkers) und Konsonanten (medeklinkers)  --> Ich-Laut (zachte g)
  • ch + s  -->  ks        (sechs, Lachs)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe: Sleep de woorden naar de juiste klank.
ich-Laut
ach-Laut
Tochter
sechzig
Nächte
Nacht
Milch
suchen

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich-Laut
Ach-Laut
Macht
Tochter
Töchter
München
leicht
brauchen
Rechnung
Handtuch

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Chinesische Chirurgen checken chemische Chips.
Charlotte sucht lachend nach frischen Büchern im Archiv.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich möchte bitte noch ein weiches Brötchen mit frischem Hähnchen.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespräch Hotel
begroeting
kamer vrij
soort kamer?
zelf nog een paar vragen bedenken....

codeswitching

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespräch Camping
begroeting
plek voor tent
zwembad?

zelf nog een paar vragen bedenken....

codeswitching

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe 
Lernen: Wortschatz Hotel & Camping

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies