3H, NN6 H3 Spelling: Schrijfwijze van getallen

Lees
> Lees uit je leesboek.

> In stilte.

> 15 minuten.

timer
15:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lees
> Lees uit je leesboek.

> In stilte.

> 15 minuten.

timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Spelling H3 : schrijfwijze getallen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik leer in welke gevallen ik getallen met cijfers of met letters moet schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Opwarmertje
Hoe denk je over de volgende dia's?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 5 - Quizvraag

Ik schrijf getallen
met letters bij...

Slide 6 - Woordweb

Ik schrijf getallen
met cijfers bij...

Slide 7 - Woordweb

Filmpje
Uitleg over de schrijfwijze van getallen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 10 - Tekstslide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 11 - Tekstslide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 12 - Tekstslide

Check!

Slide 13 - Tekstslide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 14 - Quizvraag



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 15 - Quizvraag


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 16 - Quizvraag


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 17 - Quizvraag

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 18 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig aan de schrijfwijze van getallen?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
* Maak de opdrachten bij H3 getallen.
* Fluister zacht over de stof als dat nodig is.
* Stel je vragen eventueel.

Klaar?
* Maak H4 spelling: woorden korter schrijven. Lees eerst de uitleg.
Klaar? Lees uit je leesboek.
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Werk door..:
* Zelfstandig en stil.
* Maak de opdrachten bij H3 getallen.
* Bewaar je vragen voor later.

Klaar? 
* Maak H4 spelling: woorden korter schrijven. Lees eerst de uitleg.
Klaar? Lees uit je leesboek.
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide