Oefenen examens framing

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
1. Vragen?
2. Inzoomen: framing


Op tafel: oefensets

Slide 2 - Tekstslide

Hulp?
TEAMS -> periode 2
Klaar?
Noteer je 4 boeken + levensvraag én subvragen
Opdracht 
Per tweetal 1 A4
Aan de linkerkant: waar denk je op beoordeeld te worden?
Aan de rechterkant: bijbehorende vragen?
timer
12:00

Slide 3 - Tekstslide

Framing
Een mogelijk nieuw onderdeel is framing;

Met woorden probeert de schrijver een kader of frame te gebruiken waardoor het publiek een bepaalde kijk krijgt op een onderwerp.

Je beschrijft iets op een subjectieve manier.

Slide 4 - Tekstslide

Framing: hoe?
Vaak met behulp van beeldspraak: vergelijking of metafoor
Denk aan: hyperbool, eufemisme 
Drogredenen zoals vals dilemma
Neologismen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Basis in 1981

Slide 8 - Tekstslide

Twee vormen 

Slide 9 - Tekstslide

Reactie publiek op framing

Slide 10 - Tekstslide

Andere voorbeelden
linkse hobby's voor kunst, cultuur en ontwikkelingshulp

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden uit de reclame

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 3

Slide 14 - Tekstslide

Woordgebruik bij framing

Slide 15 - Tekstslide

Type vragen
het vermoedelijke effect dat de schrijver wilde bereiken met specifieke woorden of perspectieven

bijvoorbeeld: een meerkeuzevraag waarbij je de effecten van een tekstgedeelte moet benoemen.

Maak nu: set 3 (framing in vragen 3,5,7,8)

Slide 16 - Tekstslide