Thema 1 1.5 erfelijkheid

Thema 1 
Organen en cellen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 
Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is DNA?

Slide 3 - Woordweb

DNA

Slide 4 - Tekstslide

Organisme > cellen > chromosomen > DNA
Een organisme is opgebouwd uit cellen.
In de celkern van die cellen 
liggen chromosomen
Deze zijn opgebouwd 
uit DNA.

Slide 5 - Tekstslide

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Een gen is een stukje DNA.
Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtscellen en cellen

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 7 - Tekstslide

chromosomenkaart
je krijgt 23 chromosomen van je vader (blauw), en 23 van je moeder (roze), samen 46 chromosomen



paar 23 = geslachtschromosomen

Slide 8 - Tekstslide

Oefenvragen over lesstof

Slide 9 - Tekstslide

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn chromosomen?
A
Lange dunne draden
B
Korte dunne draden

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens in een lichaamscel?
A
44
B
46
C
48
D
50

Slide 12 - Quizvraag

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76

Slide 13 - Quizvraag

Een bacterie heeft geen dna
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Welk percentage van het DNA van een banaan is hetzelfde als ons DNA?
A
0%
B
25%
C
60%
D
98%

Slide 15 - Quizvraag