kwis verzorgingsstaat
Wat is juist?
A
Waarden en normen zijn principes
B
Waarden zijn principes, normen zijn gedragsregels.
C
Waarden zijn gedragsregels, normen zijn principes
D
Waarden en normen zijn gedragsregels.
1 / 20
Onderdelen in deze les
Wat is juist?
A
Waarden en normen zijn principes
B
Waarden zijn principes, normen zijn gedragsregels.
C
Waarden zijn gedragsregels, normen zijn principes
D
Waarden en normen zijn gedragsregels.
Slide 1 - Quizvraag
Sociale ongelijkheid wordt onder andere bepaald door verschillen in ....
A
status
B
gezondheid
C
voorkeuren
D
politieke overtuiging
Slide 2 - Quizvraag
Sociale cohesie betekent ...
A
afstand tussen groepen mensen
B
een hoge positie in de maatschappij
C
maatschappelijke participatie
D
verbondenheid tussen mensen
Slide 3 - Quizvraag
Een filterbubbel heeft veel te maken met ...
A
jouw type smartphone
B
je referentiekader
C
objectiviteit
D
complottheorieen
Slide 4 - Quizvraag
Welk van onderstaande begrippen is
GEEN terrein of pijler van de verzorgingsstaat?
GEEN terrein of pijler van de verzorgingsstaat?
A
sociale voorzieningen
B
onderwijs
C
gezondheidszorg
D
sociale zekerheid
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel procent van de overheidsuitgaven gaat naar de drie terreinen van verzorgingsstaat?
A
rond 30%
B
rond 50%
C
rond 70%
D
rond 90%
Slide 6 - Quizvraag
Welke van onderstaande organisaties hoort bij het maatschappelijk middenveld?
A
Belastingdienst
B
Politie
C
Ziektekosten-verzekeraar
D
Vakbond
Slide 7 - Quizvraag
In welke periode werd de eerste sociale wet - de Armenwet - ingevoerd?
A
midden 19e eeuw
B
rond 1900
C
jaren '30 van de 20e eeuw
D
jaren '50 van de 20e eeuw
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer werd de eerste leerplichtwet ingevoerd?
A
midden 19e eeuw
B
rond 1900
C
jaren '30 van de 20e eeuw
D
jaren '50 van de 20e eeuw
Slide 9 - Quizvraag
Welke waarde past het beste bij de liberale visie?
A
zorgzaamheid
B
gelijkheid
C
vrijheid
D
solidariteit
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke visie hoort het begrip mantelzorg het meest?
A
sociaaldemocratie
B
christendemocratie
C
liberalisme
D
geen van deze drie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is GEEN reden om naar school te gaan?
A
grotere kans op een goede baan
B
opdoen van sociale contacten
C
ontwikkelen van je eigen identiteit
D
tegengaan van schooluitval
Slide 12 - Quizvraag
Hoe groot is het percentage 65+ers op de totale bevolking in 2040?
A
rond de 25%
B
rond de 40%
C
rond de 60%
D
rond de 75%
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel procent van de zorgkosten nemen de 65+ers voor hun rekening in 2040?
A
rond de 40%
B
rond de 50%
C
rond de 60%
D
rond de 70%
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het sociaal minimum in Nederland?
A
WW
B
WIA
C
bijstand
D
Wajong
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent flexibilisering?
A
meerdere banen naast elkaar doen
B
meer variaties in werk en arbeidscontracten
C
meer internationale relaties
D
steeds meer apparaten die het werk doen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de beroepsbevolking?
A
alle mensen die beschikbaar zijn voor werk
B
de mensen die bij elkaar komen voor werk
C
alle mensen met een baan in loondienst
D
de mensen die op zoek zijn naar een baan
Slide 17 - Quizvraag
Welke van deze behoeften is materieel?
A
persoonlijke ontwikkeling
B
geld verdienen voor een leuke hobby
C
waardering
D
prettige samenwerking
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel procent van je salaris ontvang je in het eerste jaar van de WULBZ?
A
70%
B
tussen de 70% en 100%, afhankelijk van je baan
C
afhankelijk van je medische keuring
D
100%
Slide 19 - Quizvraag
Welk van deze stromingen wil een sterke overheid met veel bescherming van zwakkeren?
A
sociaal-democraten
B
liberalen
C
christen-democraten
D
geen van deze drie
