Future tense (will/going to)

The Future
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

The Future

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

What was this song about?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Which sentence fits best with the picture?
A
I think it will rain in a couple of minutes.
B
It looks as if it is going to rain soon.
C
It is raining in 5 minutes.
D
It rains every day.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Which sentence fits best with the picture?
A
Trump will build a wall.
B
Trump is building a wall.
C
Trump must build a wall.
D
Trump is going to build a wall.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Which sentence fits best with the picture?
A
We're going to hit that horse!
B
We're hitting that horse!
C
We will hit that horse!
D
The horse will hit us!

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Which sentence fits best with the picture?
A
These kids will go to school.
B
These kids are going to go to school.
C
These kids are going to school.
D
These kids go to school.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Did you know...
Als je to be going to gebruikt in combinatie met het werkwoord go, mag je go weglaten. 

Wel: We are going to Spain this summer.
Niet: We are going to go to Spain this summer.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 't kort: samengevat: bij beloftes & voorspellingen, er is geen bewijs.
In 't kort: samengevat:
om aan te geven dat iemand wat van plan is. Er is aanwijzing voor/bewijs.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontkennend

Will:
will + not (won't)



to be going to:
to be + not + going to
Vragend 

Will:
Will ..... ? (aan het begin v/d zin)
!! Shall ... ? !! bij vraagzinnen met de onderwerpsvorm I & We

to be going to:
To be + onderwerp + going to ...?
(Met de vorm van 'to be' start je vraagzin)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hopefully, I ........ my grammar test.
A
am passing
B
will pass
C
would pass
D
am passing

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My friends and I ........... Bergfestival this Friday.
A
are visiting
B
are going to visit
C
are going to go
D
go

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 13 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
What would you like to eat?
> I ..... a sandwich, please.
A
will have
B
have
C
am going to have
D
am having

Slide 14 - Quizvraag

Het is een beslissing die je op dit moment maakt. Daarbij hoort het gebruik van will.
The ceiling looks as if it .......
A
will fall down
B
is going to fall down
C
falls down
D
is falling down

Slide 15 - Quizvraag

Het is een beslissing die je op dit moment maakt. Daarbij hoort het gebruik van will.