Soorten beroepen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat weet jij over het woord 'zelfstandige'?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet jij over het woord 'werknemer'?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bij wie hoort deze t-shirt?
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 9 - Quizvraag

Deze persoon werkt onder een arbeidsovereenkomst.
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 10 - Quizvraag

Wie moet de instructies van een baas opvolgen?
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


A
bediende
B
arbeider

Slide 16 - Quizvraag


A
bediende
B
arbeider

Slide 17 - Quizvraag


A
bediende
B
arbeider

Slide 18 - Quizvraag

Soms is het niet altijd zo duidelijk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Even inoefenen

Slide 23 - Tekstslide

Een notaris is een voorbeeld van een ...
A
ondernemer
B
ambachtsman
C
vrij beroep

Slide 24 - Quizvraag

Iemand die een eigen kledingwinkel heeft is een ...
A
ondernemer
B
ambachtsman
C
vrij beroep
D
arbeider

Slide 25 - Quizvraag

Een smid is een voorbeeld van een ...
A
ondernemer
B
ambachtsman
C
vrij beroep

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noemen we de vergoeding die een vrij beroep krijgt?
A
winst
B
ereloon/honorarium

Slide 27 - Quizvraag

Ambachtsman, ondernemer en vrije beroepen behoren tot de groep van ....
A
zelfstandigen
B
werknemers

Slide 28 - Quizvraag

Bediende en arbeider behoren tot de groep van de ...
A
zelfstandigen
B
werknemers

Slide 29 - Quizvraag

Wie zegt: "Ik heb een arbeidsovereenkomst."
A
zelfstandige
B
werknemer

Slide 30 - Quizvraag

Welk kenmerk past meer bij een werknemer?
A
werkt graag voor eigen rekening
B
durft riscio's nemen
C
wil graag vaste werkuren

Slide 31 - Quizvraag

Welke eigenschap past niet bij een loontrekkende?
A
werkt voor een werkgever
B
werkt onder toezicht
C
er is geen gezagsverhouding
D
ontvangt een loon

Slide 32 - Quizvraag

Iemand die niet onder het gezag van een werkgever werkt, is een ...
A
zelfstandige
B
bediende
C
arbeider
D
loontrekkende

Slide 33 - Quizvraag

Ik heb de les begrepen.
Ja
Neen

Slide 34 - Poll