In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4MASK KGT hst 9 en 10
Slide 1 - Tekstslide
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS):
Slide 2 - Open vraag
Europese Unie:
Slide 3 - Open vraag
Vrije, gemeenschappelijke handelsmarkt:
Slide 4 - Open vraag
Europees burgerschap:
Slide 5 - Open vraag
Europese Commissie:
Slide 6 - Open vraag
Europees Parlement:
Slide 7 - Open vraag
Raad van Ministers / Raad van de Europese Unie:
Slide 8 - Open vraag
Vlak na de Eerste Wereldoorlog moest Europa weer opgebouwd worden en werd besloten om samen te werken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel landen gingen in 1951 samenwerken?
A
vier
B
vijf
C
zes
D
zeven
Slide 10 - Quizvraag
Waar staat EGKS voor?
Slide 11 - Open vraag
Welke zes landen gingen samenwerken?
Slide 12 - Woordweb
De EGKS was een succes en welk jaar werd het de EEG?
A
1962
B
1945
C
1989
D
1957
Slide 13 - Quizvraag
In 1992 werd het de Europese Unie (EU). In welke stad werd het verdrag getekend? En is hier dus naar vernoemd?
A
Rome
B
Maastricht
C
Versailles
D
Oslo
Slide 14 - Quizvraag
Welke vier doelstellingen heeft de EU?
Slide 15 - Open vraag
Nadelen van de EU: geringe democratische controle, ingewikkelde politieke besluitvorming, de verminderde invloed van Nederland en afnemende zelfstandigheid van lidstaten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De aanleiding voor Brexit was: de verminderde invloed van Nederland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Het dagelijks bestuur van de EU is:
A
Europese Commissie
B
Europese Parlement
C
Raad van Ministers
Slide 18 - Quizvraag
Om de hoeveel jaar wordt een nieuw Europees Parlement gekozen?
A
2 jaar
B
4 jaar
C
5 jaar
D
10 jaar
Slide 19 - Quizvraag
De belangrijkste taak van de raad van ministers is het maken van wetsvoorstellen van de Europese Commissie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Compromissen:
Slide 21 - Open vraag
Referendum:
Slide 22 - Open vraag
In de Nederlandse democratie zijn twee belangrijke knelpunten:
Slide 23 - Open vraag
Het houden van een referendum heeft voor- en nadelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Noem een voordeel van een referendum.
Slide 25 - Open vraag
Noem een nadeel van een referendum.
Slide 26 - Open vraag
Een meerderheidsstelsel invoeren is nadelig voor het kiesstelsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Noem een voordeel voor het meerderheidsstelsel.
Slide 28 - Open vraag
Noem een nadeel van het meerderheidsstelsel.
Slide 29 - Open vraag
Een gekozen burgemeester of minister-president is een verbetering voor de democratie.