Taalredactie

Taalredactie
https://lessonup.app/code
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalredactie
https://lessonup.app/code

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Veelgemaakte fouten vermijden in je eigen teksten
  • Taalfouten zoals contaminatie kunnen verbeteren 

Slide 2 - Tekstslide

Nuttige websites
  • woordenlijst.org
  • taaladvies.net
  • Google: '<zoekterm> +taaladvies'

Slide 3 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten in schrijfopdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Zoek de drie fouten in deze zin: "Vroeger in de basis school werd er soms wel is voorgelezen maar vond dat niet leuk. "

Slide 5 - Open vraag

Zoek de fouten:
"Men ouders zijn daar mee gestopt."

Slide 6 - Open vraag

Zoek de fouten: "De enigste die ik gekend heb was roodkapje."

Slide 7 - Open vraag

Gebruik punten en komma's
"Er zijn redelijk veel verschillende boeken en sprookjes aan me voorgelezen de titels weet ik niet meer maar ik weet wel dat eigenlijk al die boeken me interesseerden ik was iets minder geïnteresseerd in sprookjes maar uiteindelijk beviel het me ook wel."

Slide 8 - Tekstslide

Verbeter de zin: "Het waren vooral men ouders oma en opa die me voor lees de"

Slide 9 - Open vraag

Herhaling: spelling

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
A
doping schandaal
B
dopingschandaal

Slide 11 - Quizvraag

Samenstellingen: vermijd 'de Engelse ziekte'
'The Hunger Games'
Niet: 'de Honger spelen'
Wel: 'De Hongerspelen'
Titels: cursief zetten of aanhalingstekens gebruiken + hoofdletters gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Wat is correct?
A
fictie boeken
B
fictieboeken

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'graphic novel'?
A
graphic novels
B
graphic novel's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is er fout in deze zin?
"Telkens ik een boek lees, heb ik moeite om het te begrijpen."

Slide 15 - Open vraag

Wat is juist?
A
Annes boek
B
Anne's boek

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletter of niet?
A
Een stuk Roquefort
B
Een stuk roquefort

Slide 17 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord 'breakdancen':
Als je te veel ... krijg je een punthoofd.

Slide 18 - Open vraag

Analogiestrategie
werken - ik werk, jij werkt (stam + t)
barbecueën - ik barbecue, jij barbecuet (stam +t)

Ik speelde --> ik heb gespeeld
ik barbecuede --> ik heb gebarbecued

Slide 19 - Tekstslide

IK heb de computer...
A
geüpdatet
B
geüpdate
C
geüpdated
D
geupdate

Slide 20 - Quizvraag

IK heb het programma...
A
geüpgraded
B
geüpgradet
C
geüpgrade
D
geupgrade

Slide 21 - Quizvraag

Contaminatie
  • 'Een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen'
  • Meestal een taalfout

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

'Optelefoneren'
  • Beter: opbellen of telefoneren 

Slide 24 - Tekstslide

Oefening: wat is fout in de volgende zin?
'Deze SUV kost heel duur'

Slide 25 - Open vraag

Kies de juiste vorm
A
printen
B
afprinten
C
uitprinten
D
afdrukken

Slide 26 - Quizvraag

Opgelet: niet elke contaminatie is fout
  • uitprinten (printen + expressief woord 'uit')
  • dat klopt als een bus (dat sluit als een buis + dat klopt)

Slide 27 - Tekstslide

Porte-manteauwoorden
Neologisme door een bewuste combinatie van twee of meer woorden

Slide 28 - Tekstslide

Brunch: breakfast + lunch

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het verschil met een contaminatie?

Slide 30 - Open vraag

Oefening: welke woorden worden hier gecombineerd tot een porte-manteauwoord?

Slide 31 - Tekstslide

digibeet

Slide 32 - Open vraag

infomercial

Slide 33 - Open vraag

advertorial

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

conculega

Slide 36 - Open vraag

glamping

Slide 37 - Open vraag

sexting

Slide 38 - Open vraag

webinar

Slide 39 - Open vraag