4.3 Heren en Horigen

4.3 Heren en horigen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Heren en horigen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weten jullie:

  • Verschil tussen heren en horigen
  • Standenmaatschappij
  • Middeleeuwen tijdvak
  • Wat is een domein

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over heren en horigen?

Slide 3 - Woordweb

Horigen:
De boeren die op dit domein leefden hadden het niet gemakkelijk. Hongersnoden en gewelddadige overvallen lagen op de loer. De heer bood de boeren bescherming aan in ruil voor een deel van de oogst. Ook moesten de boeren klusjes voor de heer doen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Horigen
Horigen zijn halfvrije boeren. In ruil voor bescherming van de heer werken en wonen zij op zijn velden. ze mogen niet zomaar weg van het domein en moeten in tijden van oorlog in het leger van de heer vechten.
De Heer
De heer is de baas over een bepaald gebied. Vaak heeft hij dit gebied te leen gekregen van een leenheer.

Slide 6 - Tekstslide

Leven op een domein
  • Het hof
  • Hofstelsel
  • Klein dorp
  • Verplichte herendiensten

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Drieslagstelsel
De landbouwgrond werd in drie stukken verdeeld. Op één deel van de grond werd wintergraan verbouwd, op het tweede deel zomergraan en op het derde deel werd niets verbouwd. Dit deel van de grond kon zo herstellen. Boeren wisselden de gewassen ieder jaar, zodat de grond vruchtbaar bleef.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De 3 standen
1e stand:
Geestelijkheid

2e stand:
De Adel

3e stand:
Boeren en burgers

Slide 11 - Tekstslide

De derde stand: Arbeiders en boeren

De derde stand moest ontzettend veel belasting betalen. Daarnaast moesten ze pacht (Huur) afstaan voor het land waarop ze werkten of woonden.
De eerste stand: De Geestelijkheid.

Met geestelijkheid bedoelen we mensen die voor de kerk werken. Zij hoefden geen belasting te betalen.
De tweede stand: De Adel

Deze stand hoeft ook geen belasting te betalen. Ze leefden in rijkdom en weelde en hadden ''Heerlijke rechten''. Dit betekende dat ze de boeren mochten uitbuitten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze stand werkt voor de kerk, en hoeft geen belasting te betalen
Deze bestaat uit de adel, en betaald ook geen belasting. Zij maken het meeste geld op
Dit is de armste en grootste stand. Zij betalen alle belastingen

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe heet het gebied van een heer waar horigen op moeten werken?
A
Een gebied
B
Een domein
C
Een landgoed
D
Een territorium

Slide 14 - Quizvraag

Domeinen waren zelfvoorzienend
(= alles wat nodig was, werd op het domein gemaakt)
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast zie je een domein. Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
de burgemeester

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Paspoort21
(af)maken thema 4.3.1
Start maken met 4.3.2

Slide 18 - Tekstslide