Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Quiz zinsdelen en woordsoorten
Quiz zinsdelen en woordsoorten
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quiz zinsdelen en woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Deel 1: woordsoorten
Slide 2 - Tekstslide
Wie heeft het schoolfeest georganiseerd?
'wie' =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 3 - Quizvraag
Het mooie meisje, dat daar staat, is heel timide.
'mooie' =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bijvoeglijk voornaamwoord
C
lidwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Het mooie meisje, dat daar staat, is heel timide.
"timide" =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bijvoeglijk voornaamwoord
C
bijwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Ik ben benieuwd naar de cijfers.
"naar" =
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 6 - Quizvraag
Vandaag zijn we naar de zee gegaan
"we" =
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 7 - Quizvraag
Zij verwachtte veel van het feest.
"van" =
A
bijwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
telwoord
Slide 8 - Quizvraag
Deel 2: grammatica, zinsdelen
Slide 9 - Tekstslide
Welke volgorde hebben de stappen van ontleden?
A
ond - pv - zinsdelen - lv
B
pv - wwg - zinsdelen - ond
C
mw - ond - lv - wwg
D
pv - zinsdelen - wwg - ond - lv
Slide 10 - Quizvraag
Zoek de pv:
Waarom heb jij gisteren gelogen?
A
pv = waarom
B
pv = gelogen
C
pv = jij
D
pv = heb
Slide 11 - Quizvraag
Zoek de persoonsvorm:
Ik ging te laat slapen.
A
ging = pv
B
ik ging = pv
C
slapen = pv
Slide 12 - Quizvraag
Zoek de pv:
Nederland is een heerlijk land om in te wonen.
A
pv= wonen
B
pv= is
C
pv=land
D
pv = te
Slide 13 - Quizvraag
Kunnen slakken zonder hun huisje leven?
pv =
wwg =
A
pv: kunnen wwg: leven
B
pv: kunnen wwg: kunnen leven
C
pv: leven wwg: kunnen leven
D
pv: slakken wwg: slakken leven
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De leerling leert het onderwerp vinden.
A
de leerling
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Diepstraten legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Diepstraten
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 16 - Quizvraag
Heeft elke zin een lijdend voorwerp?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Ze gaat naar de bioscoop met haar vriendin.
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp
Slide 18 - Quizvraag
Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =
A
Er is geen lijdend voorwerp
B
Thomas
C
Marieke
D
bloemen
Slide 19 - Quizvraag
In de zin:
Op maandagmiddag zit zij met al haar vrienden te chillen.
A
zit geen lijdend voorwerp
B
is 'met al haar vrienden' het lijdend voorwerp
C
is 'te chillen' lijdend voorwerp
D
is 'op maandagmiddag' lijdend voorwerp.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten.
A
Geen lijdend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 21 - Quizvraag
Aan de leraar gaf Jan de toets.
Wat is 'Jan'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
Slide 22 - Quizvraag
Jan gaf de toets aan de leraar.
Wat is 'aan de leraar'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
Slide 23 - Quizvraag
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
nooit
heb
gewonnen.
met de andere quizzen
Slide 24 - Sleepvraag
bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 25 - Sleepvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vorige week hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
Vorige week
Slide 26 - Quizvraag
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 27 - Sleepvraag
In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan, maar het kan ook zo zijn dat er geen bijwoordelijke bepaling in de zin staat.
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 29 - Quizvraag
Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat
Slide 30 - Sleepvraag
lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad
Slide 31 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Quiz zinsdelen en woordsoorten
November 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Quiz zinsdelen en woordsoorten
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Meewerkend voorwerp
March 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1 t/m H6 taalverzorging
May 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Oefentoets Gram Zinsdelen klas 2 mavo
December 2024
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Zinsontleden 20-11
June 2019
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
m3 voorbereiding meting grammatica en spelling
November 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4