Veilig Pedagogisch Klimaat
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De kern van het Examen Veilig Pedagogisch Klimaat gaat over
A
4 Activiteiten
B
Dagelijkse activiteiten
C
Een klimaat waar kinderen zich prettig in voelen
D
Leiding kunnen geven aan een goep
Slide 2 - Quizvraag
Een interventie is
A
Een door jouw georganiseerde activiteit
B
Een beeldende activiteit
C
Een pedagogische ingreep waardoor je een kind waarschuwt dat het zich niet volgens de regels gedraagt
D
Interventie betekent letterlijk: tussenkomst. De GPM-er grijpt in, met als doel het gedrag van het kind of de omstandigheden te beïnvloeden
Slide 3 - Quizvraag
Je voert voor dit examen 4...
A
.....creatieve activiteiten uit
B
.....dagelijkse activiteiten uit van een uur
C
.....dagelijkse activiteiten uit
D
.....dagelijkse en/of creatieve activiteiten uit van een uur
Slide 4 - Quizvraag
Beoordeling van dit examen
A
Gedragsbeoordeling
B
Examenverslag
C
Gedragsbeoordeling en een verslag
Slide 5 - Quizvraag
een ARA-verklaring moet je altijd laten tekenen als je een examenverslag maakt
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Een ARA-verklaring kun je vinden in de toelichting die je bij je examen krijgt
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Voor dit examen begeleid je een groep maximaal 3 kinderen
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Beginsituatie:
Hierin beschrijf je oa hoe je groep is samengesteld
Hierin beschrijf je oa hoe je groep is samengesteld
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Beginsituatie:
Hierin beschrijf je oa het gemiddelde sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van de
kinderen in de groep is
Hierin beschrijf je oa het gemiddelde sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van de
kinderen in de groep is
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Om sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen te beschrijven gebruik je de lesstof van communicatie
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Voor dit examen moet je toegang hebben tot beleidsplannen van je BPV
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
In je verslag heb je oa:
'de keus voor passende activiteiten verantwoord die bijgedragen
hebben aan een positieve sfeer'
'de keus voor passende activiteiten verantwoord die bijgedragen
hebben aan een positieve sfeer'
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Je schrijft het examenverslag en verwerkt daar de 2 criteria in
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn jouw vragen over het examen Veilig Pedagogisch Klimaat?
