Lezen klas 3. (Metro’s - Nieuwsbegrip)
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1. Wat kun je opmaken uit de zin De machinist kwam met de schrik vrij (regel 3-4)?
A
De machinist had slechts enkele lichte verwondingen.
B
De machinist was ongedeerd.
C
De machinist was zwaargewond.
D
Het is niet bekend hoe het met de machinist gaat
Slide 4 - Quizvraag
Welke tegenstelling vind je in regel
33-36?
33-36?
A
De Londenaren geloven niet in een ondergronds spoornetwerk. <> De plannen
van Charles Pearson worden goedgekeurd.
B
De plannen van Charles Pearson worden goedgekeurd. <> Londen verkeert in een
permanente staat van chaos en drukte.
C
De stoommotoren van de treinen vullen de metrotunnels met rook. <> Veel
mensen reizen met de metro.
D
Er wordt gewerkt met de ‘cut and cover’ techniek voor het aanleggen van
metrolijnen. <> De grond van de stad zit te vol met riolen en elektriciteitskabels.
Slide 5 - Quizvraag
Een buurtbewoonster beweert in regel 13 dat de machinist door het oog van de naald is gekropen. Wat bedoelt zij hiermee?
A
een gewaagde poging doen om te ontsnappen
B
net op tijd aanwezig zijn bij een ongeluk
C
op het nippertje ontsnappen aan een groot gevaar
D
zich niets aantrekken van een groot gevaar
Slide 6 - Quizvraag
Nederland is relatief laat met het invoeren van een metronetwerk, maar gaat uiteindelijk tóch overstag. Welke twee voordelen van een metronetwerk worden in regel 63-64 genoemd?
A
Het is een goedkope manier van reizen.
B
Het is een snelle manier van reizen.
C
Het zorgt voor een afname van het aantal auto’s in de stad
D
Het zorgt voor een afname van het aantal verkeersongelukken in de stad.
Slide 7 - Quizvraag
In regel 79-80 staat: Veel oude ondergrondse metrogangenstelsel kunnen de warmte onvoldoende kwijt. Door welke twee zaken wordt die warmte veroorzaakt?
A
de diepte van de tunnels
B
de hoeveelheid mensen
C
de hoeveelheid treinen
D
de motoren van de treinen
Slide 8 - Quizvraag
In regel 75 vind je het figuurlijke taalgebruik als sardientjes in een blik. Welke uitdrukking betekent hetzelfde?
A
als haringen in een ton
B
als koeien in een wei
C
als schapen in een stal
D
als vogels in een kooi
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen overeenkomst tussen een scheepshaak, een munt en een mobiele telefoon?
A
Ze zijn allemaal in de rivier de Amstel gegooid.
B
Ze zijn allemaal opgegraven door het team van Jerzy Gawronksi.
C
Ze zijn allemaal te koop op belowthesurface.amsterdam.
D
Ze zijn allemaal te zien in het Metrostation Rokin.
