Hoofdstuk 7 Les 2 Fasen van klantgedrag 7.7-7.10

Welkom
'

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige lessen
Klanttypen: 
De runshopper ,De funshopper ,De sociale klant ,De kritische klant ,De trouwe klant ,De hybride klant ,Klantgedrag online

Cialdini:
Wederkerigheid,Commitment en consistentie,Sociale bewijskracht,Sympathie,Autoriteit,Schaarste

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag

Je kunt  2 fases van het verkoopgesprek benoemen en herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 fasen van het verkoopgesprek
Begroeten
Observeren
Aanspreken (koopwens onderzoeken)
Het gesprek (tonen en demonstreren)
De afronding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begroeten
De voordelen van begroeten zijn:

  • Je maakt een eerste inschatting van de klant. Kijkt hij terug of kijkt hij juist weg?
  • Je laat zien dat je geïnteresseerd bent in de klant.
  • Als je een oprechte glimlach laat zien, dan laten de klanten die vaak ook zien.
  • Je laat zien dat je bereid bent om te helpen.
  • Je verkleint de kans op diefstal.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren
Per verkoopsysteem verschilt de reden om te observeren:
  • Bij een zelfbedieningssysteem observeer je de klant om te kunnen bepalen of je hem ergens mee kunt helpen. Dat zie je wanneer de klant bijvoorbeeld langdurig bij een vak staat.
  • Bij een bedieningswinkel observeer je de klant om informatie over hem te verzamelen, zodat je straks goed je verkoopgesprek in kunt gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij observeren
  • De eerste indruk is bepalend.
  • Pas op voor vooroordelen.
  • Pas op voor het halo-effect en het horn-effect.

Benader elke potentiële klant op een gelijkwaardige manier. Observeer om erachter te komen wat de behoeftes zijn van de klant.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HALO EFFECT
Op basis van een vooroordeel iemand positieve eigenschappen toekennen.

Een klant doet heel erg aardig waardoor jij DENKT dat hij ook wel eerlijk is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HORN EFFECT
Je kent iemand op basis van vooroordelen negatieve eigenschappen toe.

Iemand die een stugge blik heeft zal wel geen leuk persoon zijn

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methoden
  • Observeren op afstand. (Observeren op afstand doe je vooral voor onderzoeksdoeleinden)
  • Participerend observeren.  Participerend observeren doe je vooral in je rol als verkoper, bijvoorbeeld tijdens een verkoopgesprek. 
  • Gestructureerde observatie.  duidelijk doel voor ogen. Een gestructureerde observatie pas je toe voor onderzoeksdoeleinden.
  • Ongestructureerde observatie. Dit pas je toe als het moment er om vraagt. Als eerste verkoper of verkoopspecialist zul je het vaakst op deze manier observeren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanspreken
Wanneer spreek je de klant aan?
Hoe spreek je de klant aan?
Jezelf presenteren
Koopwens onderzoeken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer
inspringmoment= het juiste moment. Met name bij bediening
* kijkt de klant zoekend
* staat de klant bij een bepaald artikel
* probeert klant oogcontact te maken
* heeft de klant een artikel gepakt

Blijf beleefd, ook al is de klant dat niet.
Spreek altijd netjes en duidelijk.
Kijk de klant aan als je tegen hem praat.
Zeg ‘u’ (en mevrouw/meneer) tegen (onbekende) volwassen klanten en ‘jij’ tegen kinderen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe je spreek je de klant aan?
Dit hangt samen met:

  • de leeftijd van de klant (een volwassene spreek je anders aan dan een kind)
  • bekendheid met de klant (een onbekende klant spreek je anders aan dan een bekende)
  • drukte in de winkel (als er veel klanten in de winkel zijn, kun je minder aandacht aan hen besteden dan wanneer het rustig is)
  • verbale en non-verbale signalen van de klant

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf presenteren
  • een verzorgd uiterlijk, 
  • beleefd taalgebruik
  • open professionele houding.

Je moet vertrouwen uitstralen en geloofwaardig overkomen.
 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koopwens onderzoeken
Gerichte aankoop: ondersteunen waar nodig.

De vergelijkende en oriënterende klant: koopwensonderzoek. Koopmotief, Luisteren, Actief luisteren.

Slide 15 - Tekstslide

wat de klant wil kopen. Dit noem je de koopwens.


Opgaven maken
Maken  t/m 25

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verkoopgesprek
  • Trechtertechniek
  • Soorten vragen
  • Tonen en demonstreren
  • Informeren en adviseren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De trechtertechniek

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Open vragen
Gesloten vragen en meerkeuzevragen
Indirecte vragen
Cocktailvragen
Suggestieve vragen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen

Begint met wie, wat, waarom, etc. (kan je niet met ja/ nee beantwoorden)
Voordeel:
Levert veel informatie op.
Klanten kunnen hun verhaal kwijt.
Nadeel:
Kost soms veel tijd.
Levert niet altijd bruikbare informatie op.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gesloten of meerkeuzevragen

Zoekt u blauwe of rode schoenen
Voordeel:

Het gaat snel.
Nadeel:
Informatie waar je niet om vraagt, krijg je ook niet.
Klanten kunnen het als dwingerig ervaren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte vragen
 de vraag eindigt niet met een vraagteken

Voorbeelden van indirecte vragen:
  • Loopt u even mee, we gaan deze kant op.
  • Ik kan het voor u inpakken.
Voordeel:
  • Je stuurt het gesprek.
  • Je kunt de klant sneller verleiden om een keuze te maken.
Nadeel:
  • Niet iedereen snapt een indirecte vraag.
  • Niet iedereen reageert op een indirecte vraag.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cocktailvragen
 meerdere vragen tegelijk
Kan ik u ergens mee helpen, bent u op zoek naar iets speciaals of wilt u liever even rondkijken?
Voordeel:
  • Kan fijn zijn voor een klant, want er zit altijd wel een vraag tussen die hij makkelijk kan beantwoorden.
Nadeel:
  • Kan verwarrend zijn voor de klant. Welke vraag moet hij als eerste beantwoorden?


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suggestieve vragen
 als je in je vraag een mening of oordeel geeft.
Wat vind u van deze prachtige vaas?

Voordeel:
  • Je kunt het gesprek sturen.
  • Je kunt het enthousiasme van de klant sturen.
Nadeel:
  • Als de klant een andere mening heeft, zal hij dat niet zo snel zeggen.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het juiste moment om als verkoper een klant te gaan helpen?
A
verkoopgesprek
B
klantenbinding
C
inspringmoment
D
koopmotief

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Zit de broek goed?" is een voorbeeld van een:
A
Suggestieve vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Cocktailvraag

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan ik u ergens mee helpen, bent u op zoek naar iets speciaals of wilt u liever even rondkijken? Dit is een...
A
cocktailvraag
B
open vraag
C
directe vraag
D
gesloten vraag

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee kan ik u helpen? Dit is een....
A
gesloten vraag
B
open vraag
C
suggestieve vraag
D
cocktailvraag

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is observeren?
A
Bewust en onbewust alles om je heen bekijken
B
Bewust en doelgericht kijken naar gedrag
C
Onbewust kijken naar iemand

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren =
A
Kijken
B
Luisteren
C
Voelen
D
Toetsen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tonen 
* Een artikel tonen aan een klant betekent dat je het artikel aan de klant laat zien.
* Je haalt het uit de verpakking of uit de vitrine en laat het van dichtbij zien.
* Je blijft de klant observeren om te kijken wat de reactie is

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demonstreren
* dit betekent laten zien hoe iets werkt.
* bijvoorbeeld demonstreren van fotocamera of smartphone
* sommige artikelen kun je niet demonstreren. Wasmachine.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informeren en adviseren

Je kunt de klant helpen bij koopbeslissing door:

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

* verkoopargumenten gebruiken
* artikelverschillen verklaren
* koopweerstanden op vangen
* maatwerk bieden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

artikelverschillen verklaren

* vergelijkende methode:

vergelijkt ene artikel met andere artikel

Deze smartphone heeft meer mogelijkheden dan de ander

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optelmethode
Je benadrukt wat ene artikel meer heeft dan het andere waardoor artikel interessanter wordt

Smartphone heeft prima camera, batterij gaat langer mee, heeft een nieuw touchscreen etc.....

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aftrekmethode

Je benadrukt wat ene artikel minder heeft dan het andere:

Dit model heeft geen camera, de kwaliteit van de foto's is minder, het touchscreen gaat sneller kapot, etc.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deelmethode
Jij deelt jouw mening aan de klant. Je geeft de klant gelijk maar laat tegenargument horen.

Ik begrijp dat je twijfels hebt over de hogere prijs. Hij is ook vrij duur.
Maar.... hij heeft een betere kwaliteit en heeft meer mogelijkheden......

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatwerk bieden:
* Maatwerk advies= advies dat bij de wensen van de klant past (tuinset die past bij wensen van de klant)
Maatwerkproduct = Je levert een product dat speciaal voor de klant is gemaakt (gordijnen op maat)

Maatwerkdienst=verricht specifieke handeligen om te voldoen aan de wensen van de klant. Bijv afspelden van kleding

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

afronding bezoek


* inpakken 
* afscheid nemen
* ook bij geen koop vriendelijk blijven
* net zo belangrijk als begroeten. Laatste moment van zien

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maken tm 35 oude boek

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde 
les

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies