4M-thema7-bs1+2-inwendig milieu+de lever

Thema 7
Opslag, uitscheiding en bescherming
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 7
Opslag, uitscheiding en bescherming

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 1 Een constant inwendig milieu

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel bij 7.1 Een constant inwendig milieu
  • Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



- Het constant houden van het inwendig milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
- Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. 

Inwendig milieu
- De weefselvloeistof
- Het bloedplasma
Uitwendig milieu
- De omgeving om je heen
- Lucht in je longen
- Inhoud in je darm kanaal

Een constant inwendig milieu

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constant inwendig milieu
Je lichaam probeert het inwendig milieu hetzelfde te houden (constant).
Alles waar je teveel van krijgt wordt uitgescheiden of opgeslagen.
Mag niet in het bloed blijven!

Als je tekort hebt gaat je lichaam de opgeslagen stoffen gebruiken.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen zijn belangrijk voor een constant inwendig milieu. Denk bv. aan insuline.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constant inwendig milieu
  • Zintuigen 
gevoelszenuwen registreren of het inwendig milieu te veel of te weinig van iets bevat
  • Zenuwstelsel
Geeft signalen door
  • Hormonen
Geven instructies aan organen om stoffen op te slaan of uit te scheiden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constant inwendig milieu
  • De hoeveelheid verschillende stoffen in je bloed is steeds ongeveer gelijk.
  • Als er te veel van een stof in je bloed zit, kan je lichaam de stof opslaan
  • Vet wordt bijvoorbeeld opgeslagen onder de huid en in het gele beenmerg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constant inwendig milieu


Zintuigcellen
Zenuwcellen
Hormonen

Helpen allemaal bij regelen van constant inwendig milieu

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lees 7.1. vanaf blz. 130 t/m 132
Maak opdracht 1 t/m 4 in BVJMAX
Dit doe je in stilte
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Een constant inwendig milieu

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les gaat over: 



7.2. De lever.

  • De bouw van de lever
  • Functies van de lever
  • Hepatitis

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de lever?
4 Processen in de lever

1. Opbouwen en omzetten
2. Afbreken 
3. Afvoeren
4. Opslaan

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever
  • Je lever haalt alcohol drugs en medicijnen uit je bloed.
  • De lever maakt de stoffen onschadelijk. 
  • De afvalstoffen die ontstaan verlaten je lever via de leverader. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poortader
  • Bloedvaten van de
    darmwand naar de lever.
  • Vervoert voedingsstoffen naar de lever.
  • Via de poortader bereiken alle opgenomen voedingsstoffen de lever.
  • De lever controleert de hoeveelheid en stelt bijvoorbeeld de bloedsuikerspiegel bij door glucose op te nemen en om te zetten naar glycogeen of andersom.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poortader
De poortader loopt van de verteringsorganen naar de lever.

Erg belangrijk: 
Nu kan de lever :
- direct controleren of er geen gifstoffen inzitten
- De gifstoffen afbreken
- Glucose opslaan als glycogeen (zodat je suikergehalte in je bloed niet te hoog wordt)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lever
Via de poortader bereiken alle opgenomen voedingsstoffen de lever.
De lever controleert de hoeveelheid en stelt bijvoorbeeld de bloedsuikerspiegel bij door glucose op te nemen en om te zetten naar glycogeen of andersom.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na opname?
Opgenomen stoffen via bloed in poortader naar lever.

Lever controleert op:
  •  bloedsuiker niveau
  • giftige stoffen (zoals medicijnen)

Lever neemt bouwstoffen op en bewerkt deze.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doorbloeding van de lever
De lever is een sterk doorbloed orgaan. In tegenstelling tot andere organen is de lever aangesloten op DRIE grote bloedvaten. 

Welke bloedvaten zijn dit?
leverader
leverslagader
poortader

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Poortader
Leverslagader

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloed met alcohol gaat via de poortader naar de lever
De lever haalt alcohol uit het bloed
Alcohol komt in de dunne darm in het bloed terecht
Je drinkt een biertje
Bloed zonder alcohol verlaat de lever via de leverader

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 25 - Sleepvraag

toetsvraag 7,
vraag uit het boek 14a én komt overeen met leerdoel 5: Je weet welke bloedvaten naar de lever gaan én welk bloedvat er vanaf gaat. 
Aan de slag
Lees 7.2. op blz. 133
Maak opdracht 5 t/m 7 in BVJMAX

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies