Passé Composé

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet je wat de passé composé is
  • Weet je uit welke twee delen de p.c bestaat
  • Ken je het rijtje van avoir

  • Kun je zelf opgaven maken met de p.c

Slide 2 - Tekstslide

Wat ken je al?
Je hebt tot nu toe werkwoorden in de Présent gehad. Dit is de onvoltooid tegenwoordige tijd.
voorbeelden:

Ik praat - je parle
Jij eet - tu manges
Hij groeit - Il grandit
Wij denken na - On réfléchit

Slide 3 - Tekstslide

Passé composé
Voltooid tegenwoordige tijd - Passé Composé

voorbeeld
Ik heb gepraat - J'ai parlé
Jij hebt gegeten - Tu as mangé
Il a grandi - Hij is gegroeid
Wij hebben nagedacht - On a réfléchi

Slide 4 - Tekstslide

Passé Composé
De Passé Composé bestaat uit twee delen:

1. hulpwerkwoord avoir 
2. voltooid deelwoord

Ik heb gegeten - J'ai mangé

Slide 5 - Tekstslide

Hulpwerkwoord avoir
J'ai                 - Ik heb
Tu as             - Jij hebt
Il a                  - Hij heeft
elle a             - zij heeft
on a               - we hebben/men heeft
nous avons    - we hebben
vous avez       - jullie hebben / u hebt
Ils/elles ont  - zij hebben

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (-er)
Parler - parlé
chanter - chanté
habiter - habité
chercher - cherché

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (ir)
Finir - fini
grandir - grandi
réfléchir - réfléchi
choisir - choisi

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (re)
Vendre - vendu
Répondre - répondu
Attendre - attendu


Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen
être (zijn)                   -> été (geweest)
Avoir (hebben)        -> eu (gehad)
faire (doen/maken) -> fait (gedaan/gemaakt)

J'ai été (Ik ben geweest) 
J'ai eu (Ik heb gehad)
J'ai fait (Ik heb gedaan/gemaakt)

Slide 10 - Tekstslide

Woordvolgorde


(tijd/plaats) + onderwerp + werkwoorden + rest van de zin + (tijd/plaats)

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
''Ik heb een film gekeken''

NIET: J'ai un film regardé
WEL: J'ai regardé un film 

werkwoorden staan ALTIJD bij elkaar

Slide 12 - Tekstslide

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet je wat de passé composé is
  • Weet je uit welke twee delen de p.c bestaat
  • Ken je het rijtje van avoir

  • Kun je zelf opgaven maken met de p.c

Slide 13 - Tekstslide

Fin du cours
Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!

Slide 14 - Tekstslide