Les Weerstanden

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

WELKOM! Hang je jas op en Ga lekker zitten op je plek. Boeken mogen in de tas blijven

Wat gaan we vandaag doen?

Opstarten les	5 min
Voorkennis Filmpje	5 min
Uitleg Weerstanden	10 min
Oefenopdrachten	10 min
Uitleg kleurcodes	10 min
Oefenen met kleurcodes	15 min
Lesafsluiting	10 min

Planning tot aan toets

Dag:	Datum:	Onderwerp:
Vrijdag	24 maart	Paragraaf 5.2
Dinsdag	28 maart	Paragraaf 5.3 deel 1
Vrijdag	31 maart	Paragraaf 5.3 deel 2
Dinsdag	4 april	Paragraaf 5.4
Vrijdag	7 april	VERVALT Goede Vrijdag
Dinsdag	11 april	Weerstanden
Vrijdag	14 april	Practicum
Dinsdag	18 april	Herhalingsles
Vrijdag	21 april	TOETS H5 Par 1 t/m 4

Leerdoelen

Aan het eind van de les kun je:

• Beschrijven wat een weerstand doet met de stroomsterkte
• De kleurcodes van weerstanden opzoeken in de binas
• Kleurcodes van weerstanden aflezen 

Wat is wat?

Wie?	Wat is het in het echt?	Wat doen ze?
Sneeuwwitje	Spanningsbron (batterij)	Geeft spanning
7 dwergen	Elektronen	Lopen door stroomkring
Draak	Apparaat (lampje)	Geeft licht
Pad	De stroomkring	Wordt belopen
Boterhammen	Spanning (in Volt)	Laat lamp branden

Stroomsterkte = Hoeveelheid elektronen/dwergen langs een punt in 1 sec.

Stroomsterkte laag of hoog?

Weerstand toevoegen

+

Stroomsterkte 

omlaag of omhoog?

Omlaag!

Aan de slag 

• Wat? Maak DEEL 1 Opdracht 1 t/m 9 in je boekje (blz. 4 en 5.)
• Hoe? Zelfstandig, overleg fluisterend
• Tijd? 10 minuten
• Hulp? Docent, buur, lees blz. 3 door
• Resultaat? Huiswerk
• Klaar? Lees DEEL 2 door (blz. 6) en maak DEEL 2 (blz. 7)
• Ook daarmee klaar? Lees DEEL 3 alvast door

Verschillende weerstanden:

Grootheid:	Symbool:	Eenheid:	Symbool:
Weerstand	R	Ohm

Ω

Voorbeeld:

Stap 1:

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:    

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:    

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:    

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:

Stap 4:

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  T = goud = 5%

Stap 5: 

Voorbeeld:

Stap 1:   A = bruin = 1

Stap 2:  B = rood = 2

Stap 3:  D = oranje = 3

Stap 4:  T = goud = 5%

Stap 5: Samenvoegen:

Zelf oefenen

• Stap 1. Je krijgt zelf een aantal weerstanden.  
• Stap 2. Bepaal de grootte van de weerstanden met  BiNaS tabel 13
• Stap 3. Noteer de grootte van de weerstand ergens in je werkboekje
• Stap 4. Doe dit voor alle weerstanden
• Stap 5. Klaar? Steek je hand op en laat het controleren, Maak daarna een keuzeopdracht

Oefenen met kleurcodes?

Lees blz. 6 en maak blz. 7

Extra uitdaging?

Lees blz. 8 en maak blz. 9

(en blz. 11 en 12)

Extra taaloefeningen?

Maak blz. 10

Klaar? Kies welke opdrachten je doet:

Wat is het effect van een weerstand op de stroomsterkte?

1. Verhoogt de stroomsterkte
2. Verlaagt de spanning
3. Heeft geen invloed
4. Verlaagt de stroomsterkte

Wat gebeurt er met de stroomsterkte als de weerstand toeneemt?

1. De spanning neemt toe
2. De stroomsterkte blijft hetzelfde
3. De stroomsterkte neemt af
4. De stroomsterkte neemt toe

Welke waarden heeft een weerstand met de volgende kleuren:
geel - bruin - zwart - goud (5%)

1. 410 ohm
2. 41 ohm
3. 4105 ohm
4. 415 ohm

Wat is de waarde van deze weerstand?

Geef de waarden van de weerstanden.

Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden
Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.

Hoe goed kan jij nu de grootte van een weerstand bepalen met tabel 13 van binas?

😒🙁😐🙂😃