2.1 De bevolking verandert

Bevolking en ruimte
Wat zie je?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bevolking en ruimte
Wat zie je?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet hoe je de natuurlijke bevolkingsgroei kunt bepalen.
  • Je begrijpt waarom de bevolkingsdichtheid niet overal even hoog is.
  • Je kunt een leeftijdsdiagram aflezen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen en bekijken
  • Lees op bladzijde 46 en 47 de leertekst en
  • Bekijk op dezelfde bladzijde goed alle bronnen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video NOS bevolking in 2050

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijdsopbouw
  • De leeftijdsopbouw van een bepaald land kun je aflezen in een diagram.
  • Hoe noemen we zo’n diagram?
  • leeftijdsdiagram of bevolkingspiramide

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijdsopbouw
  • Waarom zegt de vorm van zo’n diagram vaak iets over de levensverwachting van de bevolking van dat land?
  • Je kunt zien hoe oud mensen worden en hoeveel oude mensen er zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingspiramide
Diagram(grafiek) waarin je de verdeling van de bevolking mannen aan de ene kant en vrouwen aan de andere kant, over verschillende leeftijdsklassen kunt zien

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke bevolkingsgroei
  • Bij een natuurlijke bevolkingsgroei worden er meer mensen geboren dan er sterven (geboorte - sterfte).
  • Er is dus een:
  • geboorteoverschot
  • Als er meer mensen sterven dan er geboren worden is er een:
  • sterfteoverschot

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Bij een natuurlijke bevolkingsgroei is het
geboortecijfer  
dus hoger dan het
sterftecijfer

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimtegebruik
Woon je in een stad of een dorp? Dat kun je aan het ruimtegebruik zien.

Slide 11 - Tekstslide

Teken een lijn van de foto met het platteland naar een lichtgeel gebied en de foto van de stad naar een rood gebied.
Bevolkingsdichtheid
  • Op de kaart zie je een sterk verschil in bevolkingsdichtheid. Welk begrip hoort bij de verdeling van de bevolking over een land?
  • bevolkingsspreiding

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Werkboek blz. 54 vraag 1 - 2- 3-7
Ben je klaar? 
Ga dan verder met je po

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet hoe je de natuurlijke bevolkingsgroei kunt bepalen.
  • Je begrijpt waarom de bevolkingsdichtheid niet overal even hoog is.
  • Je kunt een leeftijdsdiagram aflezen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Oost-Europa worden minder baby;s geboren dan er mensen sterven. Welk begrip past hierbij?
A
geboorteoverschot
B
een sterfteoverschot
C
natuurlijke groei
D
een laag sterftecijfer

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolking groeit doordat er meer mensen geboren worden dan er sterven: er is dan een geboorteoverschot
A
Geboortecijfer
B
Bevolkingsopbouw
C
Natuurlijke bevolkingsgroei
D
Natuurlijke geboortecijfer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 1
Wat is de gemiddelde natuurlijke bevolkingsgroei per dag in Nederland?
A
50
B
205
C
255
D
1125

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevolkingsgrafiek hoort bij Nederland (2019)?
A
bevolkingsgrafiek A
B
bevolkingsgrafiek B
C
bevolkingsgrafiek C
D
bevolkingsgrafiek D

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep onderstaande elementen naar de juiste plaats in de afbeelding
Welke bevolkingsgroei zien we hier?
Aantal mannen
Aantal vrouwen
Leeftijd
bevolkingsaantal x 1000

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom worden geboorte en sterftecijfers per 1000 inwoners berekend?
A
Anders krijg je te grote aantallen
B
1000 is een mooi getal
C
Omdat dit binnen de Eu is afgesproken
D
Dan kan je makkelijker landen met elkaar vergelijken

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sterftecijfer was in 2016 13:
A
er stierven in dat jaar 13 mensen per 1000 inwoners.
B
er stierven in dat jaar 10 mensen per 1000 inwoners.
C
er worden in dat jaar 13 mensen per 1000 inwoners geboren.
D
er worden in dat jaar 10 mensen per 1000 inwoners geboren.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei- sociale bevolkingsgroei
D
natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies