Psychofarmaca

Psychofarmaca
Zorgpad Thema 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Psychofarmaca
Zorgpad Thema 3

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Wat zijn het
FK
Neuronen en neurotransmitters
Indeling van psychofarmaca


Slide 2 - Tekstslide

Psychofarmaca

Slide 3 - Woordweb

Wat zijn het?
  • Medicijnen voor psychische klachten
  • Voorgeschreven door een Psychiater
  • Farmacotherapeutisch kompas

Slide 4 - Tekstslide

 Farmacotherapeutisch kompas
  • adviezen over gebruik en dosering
  • indicaties
  • contra-indicaties, mogelijke bijwerkingen en interacties
  • eigenschappen van de stof
  • waarschuwingen voor gebruik (onder andere bij zwangeren, ouderen en kinderen)
  • kostenoverzichten voor groepen geneesmiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Gebruik voor deze opdracht het farmacotherapeutisch kompas
zoek op in het kompas:
- MAO remmers
- Serotonineheropname remmers Selectief (SSRI)
- Lithium
- Benzodiazepines
Geef van elke groep voorbeelden, wat het effect is en de indicatie van voorschrijven


Slide 6 - Tekstslide

Ken jij enkele van deze medicijnen uit de praktijk?
Waarvoor worden ze gebruikt?

Slide 7 - Tekstslide

Neuronen en neurotransmitters
- Neuronen zijn zenuwcellen
- Neurotransmitters vertragen of versnellen een prikkel
- Serotonine, (nor)adrenaline, dopamine

Slide 8 - Tekstslide

Indeling Psychofarmaca

  • kalmeringsmiddelen: hypnotica (middelen bij slaapstoornissen en slapeloosheid), anxiolytica (angst dempende middelen) en sedativa (kalmerende middelen);
  • middelen tegen psychosen: antipsychotica;
  • middelen die stemmingswisselingen voorkomen: stemmingsstabilisatoren;
  • middelen die helpen tegen een depressie en soms ook tegen angst: antidepressiva;
  • soort pepmiddelen die gebruikt worden om met name ADHD te behandelen: psychostimulantia.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
We kennen 2 soorten hypnotica. 
Ga na welke 2 soorten dit zijn en geef hiervan voorbeelden en een indicatie wanneer het gegeven wordt

Slide 10 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN KORTWERKENDE
 MIDDELEN (HYPNOTICA)
Inslapers, rustgevers
  • Temazepam Normison® Capsule/tablet
  • Zolpidem Stilnoct® Tablet
  • Zoplicon Imovane® Tablet
  • Midazolam Dormicom®
Midazolam® Injectie/infuus
Tablet/injectie/infuus

VOORBEELDEN VAN LANGWERKENDE MIDDELEN (ANXIOLYTICA)
Anti angst en doorslapers
  • Buspiron Buspar® Tablet
  • Clobazom Frisium® Tablet
  • Oxazepam Seresta® Tablet
  • Nitrazepam Modagon® Tablet
Diazepam Valium stesolid® Injectie/rectiole/tablet
Lorazepam Temesta® Injectie/tablet
kunnen zowel voor slaap als angst

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht Lithium
Als verzorgende ben je alert op signalen die kunnen duiden op lithiumintoxicatie.

  1. Beschrijf wat lithiumintoxicatie is en hoe je lithiumintoxicatie kunt herkennen.
  2. Wanneer je een zorgvrager met een bipolaire stoornis begeleidt bij lithiumgebruik, is het van belang om naastbetrokkenen bij de begeleiding te betrekken. Beschrijf twee redenen waarom het betrekken van naastbetrokkenen zo belangrijk is

Slide 12 - Tekstslide

1 lithium intoxicatie
De volgende symptomen kunnen optreden: plotselinge toename van de gebruikelijke verschijnselen zoals trillen van de handen, misselijkheid, braken, buikpijn en diarree. Verder verschijnselen als praten of bewegen als zijnde dronken, spierschokken, toevallen, spierzwakte of een zwaar gevoel in de armen of benen, verwardheid, sloomheid en sufheid.

Door goed te drinken en zoutinname kun je ene intoxicatie verhelpen

Slide 13 - Tekstslide

2. betrekken zorgvragers naasten
Behalve aandacht voor de zorgen van de omgeving is het belangrijk om naasten te betrekken bij de medicatie, waarin zij een belangrijke rol kunnen vervullen. Het is goed om samen met de zorgvrager en naasten afspraken te maken over het innemen van de medicatie. Naasten kunnen de zorgvrager helpen de medicatie trouw en op tijd in te nemen. Verder is het van belang om aan hen uit te leggen hoe zij de verschijnselen van een lithiumvergiftiging kunnen herkennen en hoe zij moeten handelen als hiervan sprake is. Tot slot is de omgeving van de zorgvrager een belangrijke informatiebron als de zorgvrager terugvalt in een depressieve of manische episode.

Slide 14 - Tekstslide

Nu ga je aan de slag met de informatiefolder.

a Verwerk de volgende aspecten in de folder:
- een afbeelding van de medicatie
- de werking van lithium
- de dosering en de wijze van inname van lithium
- de bijwerkingen en negatieve effecten van lithium
- de contra-indicaties van lithium
- lithiumvergiftiging en de vereiste actie
- het belang van therapietrouw bij lithiumgebruik
- het belang van naastbetrokkenen bij lithiumgebruik

Slide 15 - Tekstslide