Les 3: Etnische subculturen (klaar)

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Periode 1
Les 3: Etnische Subculturen

Maatschappijleer B3/K3
2023-2024
CULTUUR

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen vorige les

  • Kenmerken maatschappelijk probleem:
           - veel mensen hebben ermee te maken
           - er zijn verschillende meningen over
           - aandacht in de media
           - het moet worden opgelost door de overheid (politiek)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kent de begrippen etniciteit, pluriforme samenleving, discriminatie en tolerantie. (R)
  • Je weet wat etnische subculturen zijn. (R)
  • Je kan benoemen hoe de Nederlandse pluriforme samenleving is ontstaan. (T1)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten subculturen
We maken onderscheid tussen vijf soorten subculturen:
  1. Etnische subculturen
  2. Regionale subculturen
  3. Religieuze subculturen
  4. Jeugdculturen
  5. Generaties 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etnische subculturen
Het woord etniciteit betekent een groep met een gemeenschappelijke afkomst. In Nederland wonen meer dan 4 miljoen mensen met een andere afkomst. Bijvoorbeeld Duits, Belgisch, Marokkaans, Surinaams of Indonesisch.
etniciteit
Het woord etniciteit (etnisch) betekent een groep met een gemeenschappelijke afkomst (een bevolkingsgroep uit een andere regio of land). 
afkomst
Waar iets of iemand vandaan komt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Etnische subculturen
Deze mensen kennen vaak ook nog de dominante cultuur van het land van afkomst en nemen deze mee naar Nederland. Vaak voeden ze hun kinderen hier voor een deel mee op. 
Deze cultuur wordt hier in Nederland dan de etnische subcultuur van deze mensen.
dominante cultuur
De cultuur van de grootste groep mensen in een land noemen we de dominante cultuur. 
etnische subcultuur
De cultuur van een kleinere groep mensen in een land waarin de gewoonten en/of taal van een ander land in terug komen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:39
Waar ligt Suriname?
A
Naast Marokko
B
Naast Thailand
C
Naast Brazilië
D
Naast Senegal

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:35
In Suriname zijn ook verschillende subculturen, namelijk: de Creoolse, Javaanse, Hindoestaanse, Chinese en...
A
Noorse subcultuur
B
Inheemse subcultuur ("indianen")
C
Russische subcultuur
D
Australische subcultuur

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:17
Noem hier een typisch Surinaams gerecht!

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:43
Noem drie typische kenmerken van de Surinaamse cultuur.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pluriforme samenleving
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar samenleven.
In Nederland zijn er bijvoorbeeld veel verschillende etnische subculturen door ons koloniale verleden. Mensen uit landen als Indonesië, Curaçao en Suriname zijn (na de onafhankelijkheid) in Nederland komen wonen en hebben hun eigen gewoontes meegenomen. 
pluriforme samenleving
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar samenleven (etnisch, religieus, leeftijd, etc.)
kolonie
Een kolonie is een gebied of land dat (onder dwang) door een ander land bestuurd wordt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een etnische subcultuur in Nederland en geef aan waarom deze groep naar Nederland is gekomen

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat cultuur?
Cultuur bestaat uit waarden, gewoontes en tradities.
Hieraan kun je zien wat er in een (sub)cultuur belangrijk wordt gevonden (waarden), wat men normaal vindt om te doen (gewoontes) en welke rituelen er bij deze cultuur horen (tradities).
waarden
Een waarde geeft aan wat een persoon (of samenleving) wenselijk of waardevol vindt, zoals bijvoorbeeld goed gedrag.
tradities
Een traditie is een bekend gebruik, een gewoonte die vaak al eeuwenlang in een bepaald land, gebied of regio plaatsvindt. Bijvoorbeeld het opzetten van een kerstboom met Kerstmis.
gewoonten
Een gewoonte is een handeling die men gewend is altijd op dezelfde manier uit te voeren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder zie je drie verschillende etnische culturen.
Sleep de juiste cultuurkenmerken naar de juiste etnische cultuur.
Duitsland
Marokko
Indonesie
Waarden: beleefdheid, deskundigheid, stiptheid

Waarden: eerzaamheid, gehoorzaamheid, gastvrijheid

Waarden: vriendelijkheid, gastvrijheid, bescheidenheid

Gewoonten: Zorgen voor extra eten en drinken voor onverwacht bezoek

Gewoonten: Eten met je rechterhand, bord niet leeg eten, schoenen uit in huis

Tradities: Oktoberfeest, zondagsrust, kerstmarkt

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je om met andere culturen?
Een pluriforme samenleving werkt alleen goed als mensen elkaars verschillen accepteren. 
Als iemand anders, oftewel ongelijk, behandeld wordt vanwege zijn of haar gewoonten en/of uiterlijk dan noemen we dat discriminatie.
Als we elkaars verschillen accepteren en andere mensen in  hun waarde laten dan noemen we dat tolerantie.
discriminatie
Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen. Bijvoorbeeld op basis van geslacht of godsdienst.
tolerantie
De bereidheid om andere mensen anders te laten denken en handelen (een ander woord hiervoor is 'verdraagzaamheid')

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:43
Er zijn verschillende soorten subculturen. Noem een subcultuur die past bij één van deze personen.
A
Etnische subcultuur
B
Religieuze subcultuur
C
Regionale subcultuur
D
Jeugdcultuur

Slide 22 - Quizvraag

Judeska moet een Antilliaanse vrouw voorstellen dus hoort bij een etnische cultuur.
Het meisje is een gothic of emo dus hoort bij een jeugdcultuur.
01:33
Judeska moet een Antilliaanse vrouw voorstellen. Noem een kenmerk waaraan je dat kunt zien.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:11
Welke etnische maar ook religieuze subcultuur zie je in dit fragment terug?
A
Hindoestaanse cultuur
B
Javaanse cultuur
C
Islamitische cultuur
D
Joodse cultuur

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:40
De klanten en de zanger uit het filmpje zijn allemaal homosexueel. Hoe wordt hierop gereageerd?
A
Enthousiast
B
Met schaamte
C
Discriminerend
D
Tolerant

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:41
Is homoseksualiteit een subcultuur?
Leg je antwoord uit!

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het standpunt van de overheid
Uit de troonrede van koning Willem-Alexander (Prinsjesdag 2020)
"Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren."

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatiemeldpunt Artikel1 ontvangt het vaakst meldingen van discriminatie vanwege...
A
Huidskleur (afkomst)
B
Geloofsovertuiging
C
Seksuele geaardheid
D
Vaccinatiestatus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • etniciteit
  • pluriforme samenleving
  • discriminatie
  • tolerantie

  • afkomst
  • gewoonten
  • tradities
  • kolonies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etniciteit heeft te maken met...
A
geloof
B
jeugd
C
afkomst
D
generaties

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pluriforme samenleving is een maatschappij met veel...
A
verschillende media
B
verschillende culturen
C
verschillende politieke partijen
D
verschillende wetten

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen vanwege hun afkomst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tolerantie is het accepteren van mensen met andere waarden, gewoontes en tradities
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de pluriforme samenleving in Nederland ontstaan? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag

Slide 39 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting

Slide 40 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Titel kan hier geplaatst worden.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies