Aardrijkskunde H3 Samenvatting en herhaling

Aardrijkskunde H3 herhaling stof 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde H3 herhaling stof 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Herhaling/verdieping stof H3

Slide 2 - Tekstslide

STEDEN
- wat is een stad
- hoe groot zijn steden
- waar worden steden gebouwd
- steden veranderen
- westerse vs niet-westerse steden
- steden in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Wat kun je zeggen over een megastad over verkeer, grootte en soort werksector?

Slide 4 - Woordweb

Instructie
We lopen samen nog eens door de stof v H3 en beantwoorden de vragen in de Lesson Up

Slide 5 - Tekstslide

waar worden steden gebouwd
vb Rotterdam
- aan de kust
- kruispunt van (water)wegen
- vlak (ruimte om te groeien)

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken Stad
Definitie begrip stad: 1)Een minimum aantal inwoners 
2) Inwoners werken in secundaire en tertiaire sector
3) Er zijn allerlei voorzieningen van hoog niveau
4) Er is een bepaald uiterlijk (hoge dichtheid)
5)Inwoners hebben een ‘stedelijke mentaliteit ’
6) Steden hoeven niet per se aaneengesloten te zijn..

Slide 7 - Tekstslide

Nederland heeft...
timer
3:00
A
Alleen een megastad.
B
Alleen een hoofdstad.
C
Een hoofdstad en een wereldstad.
D
Alleen een wereldstad.

Slide 8 - Quizvraag

Opbouw en groei steden
Steden groeien allemaal hetzelfde. Ze zijn dus ook allemaal hetzelfde opgebouwd. In de loop van hun groei krijgen ze steeds andere namen:
1) Kleine (compacte) stad ( Heusden boven Waalwijk)
2) Grote (compacte) stad (Rotterdam)
3) Agglomeratie (= aan elkaar gegroeide steden, bv Metropool regio Rotterdam met de omringende steden zoals Schiedam)

Slide 9 - Tekstslide

Binnenstad
- Oude gebouwen.
- Steegjes.
Kerkjes.

Slide 10 - Tekstslide

Stadscentrum
- Veel winkels
- Veel café's en restaurants
- Kantoren
-Dicht bij het station

Slide 11 - Tekstslide

Het centrum van (Amerikaanse steden) wordt ook wel het Central Business District (CBD)genoemd
Kenmerken CBD: 1)Hoge bebouwingsdichtheid
2)Hoge grondprijzen
3)Vooral werken en nauwelijks wonen
4)Grote verkeersproblemen (file + parkeerproblemen)
5)Veel (winkel-) voorzieningen verlaten het centrum hun klanten achterna. (=shopping malls buiten het centrum)

Slide 12 - Tekstslide

Reden Urbanisatie
1. Werkgelegenheid in stad door ontstaan en groei industrie
2. verlies werk op platteland door automatisering en kunstmest

Mensen bewegen dus naar en van een stad, hierdoor ontstaan in de loop van tijd wijken

Slide 13 - Tekstslide

Fabrieksstad!

Slide 14 - Tekstslide

Soorten wijken
Na 1960 vertrekken veel mensen uit de stad voor meer ruimte: Suburbanisatie
1) Binnenstad met CBD
2) Nieuwbouwwijk
3) Flatwijk
4)Arbeiderswijk

Slide 15 - Tekstslide

Oude binnenstad
Winkelcentrum
Flatwijk

Slide 16 - Sleepvraag

Arbeiderswijken
Rond 1900 gebouwd, net buiten het centrum
Reden: Urbanisatie, mensen trokken naar de stad om te werken in de industrie

Kenmerk: Kleine huizen, smalle straten

Slide 17 - Tekstslide

Flatwijken
Na WOII (1940-1945) was er woningnood
In de buitenwijken werden snel goedkope flats gebouwd
Deze wijken zijn inmiddels vaak verarmd en trekken criminaliteit en rommel aan

Slide 18 - Tekstslide

Bijlmer

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is dit een probleemwijk geworden?
A
Er wonen veel criminelen en de huur is erg hoog
B
Rijke mensen verhuisden en veel achterstallig onderhoud
C
Arme mensen houden van rommel
D
De politie komt er niet

Slide 20 - Quizvraag

Oude flats vervangen door grotere, luxe huizen en appartementen en huurwoningen heet:
A
Urbanisatie
B
Het CBD
C
Arbeiderswijk
D
Herinrichting

Slide 21 - Quizvraag

Herinrichting
Die oude flats en arbeiderswoningen worden nu vaak vervangen door grotere, luxere huizen en appartementen, gemixt met huurwoningen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat voor soort buurt is dit?
A
Buurt in de historische binnenstad
B
CBD
C
Nieuwbouwwijk
D
Arbeidersbuurt

Slide 24 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Begin met het maken van een "spiekbrief" voor een proefwerk over dit hoofdstuk.
Vouw 1 A4 in 4 en knip 1 zo'n vakje uit.
Schrijf op de voor en op de achterkant de belangrijkste dingen uit het hoofdstuk.
Neem deze spiekbrief mee volgende week naar school!!

Slide 25 - Tekstslide

Bedrijventerreinen
Buiten de stad
Liggen aan grote wegen
Verschillende bedrijven bij elkaar
Bijvoorbeeld Vossenberg in Tilburg, waar bedrijven als Cool Blue, Tesla wel 3 voetbalvelden grote terreinen hebben
Het Wilhelminakanaal staat in verbinding met de Havens van Rotterdam en Antwerpen

Slide 26 - Tekstslide

Geef de verschillen aan

Slide 27 - Woordweb

Noem de drie grootste steden in Nederland

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Evaluatie/Huiswerk
Is het leerdoel behaald?
Wat ging goed, wat kon beter?

Afmaken opgaven in werkboek p 74 en 75 zoals opgegeven

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig werken
p 72 en 73 Werkboek 
Overslaan: 1 a en b bij les op afstand
Basis: 1c, 3 en 4
Kader: 1c, 2, 3 en 4
Intensief: samen met mij vraag 3 

Slide 31 - Tekstslide

Instructie
Samen kijken naar opbouw, groei en verandering van steden
en waarom dat zo is.
Daarna samen oefenen en alle stof v H3 komt erin terug

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide


A

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

Wat precies een stad is, kan per land verschillend zijn. Kijk eens naar deze grote steden.
Tokyo
Jakarta    
Mumbai
Lagos (Nigeria)
Rio de Janeiro
New York
Reykjavik
Berlijn
Amsterdam
Hoeveel inwoners hebben deze steden?
Schrijf de steden onder elkaar en schrijf de aantallen erachter. Wat valt op?
timer
4:00

Slide 41 - Tekstslide

Wat precies een stad is, kan per land verschillend zijn. Kijk eens naar deze grote steden.
  1. Tokyo                   9.273.000 (2015)
    2. Jakarta                  9.608.000 (2010)
3. Mumbai                18.410.000 (2011)
4. Lagos (Nigeria)  21.000.000 (2014)
5. Rio de Janeiro    6.320.000 (2010)
6. New York               8.623.000 (2017)
7. Reykjavik                122.853 (2016)
8. Berlijn                     3.575.000 (2016)
9. Amsterdam          821.752 (2015)

Slide 42 - Tekstslide

Megastad, wereldstad en hoofdstad
Megastad: Stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Wereldstad: Stad met veel inwoners. Voor groot gedeelte belangrijk voor de wereld op economisch, cultureel en politiek gebied.

Hoofdstad: Meestal de belangrijkste stad in een land.

Slide 43 - Tekstslide

Nederland kent geen écht grote steden.
In rijke landen liggen meestal meerdere steden over het land verspreid. Die steden zijn onderling op veel manieren met elkaar verbonden: stedelijk netwerk.

Een voorbeeld in Nederland is de Randstad.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Steden in ontwikkelingslanden.
Je weet nu dat rijke landen vaak meerdere steden hebben.

Ontwikkelingslanden kennen vaak één grote stad (megastad), deze is veel groter dan de eerstvolgende grote stad. We noemen dit een Primate City.
Eerder deze les zag je dat Lagos in Nigera maar liefst 21 miljoen inwoners heeft! 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
A
Wereldstad
B
Megastad
C
Hoofdstad

Slide 48 - Quizvraag

De meeste megasteden komen voor in...
A
Azië
B
Europa
C
Noord-Amerika
D
Zuid-Amerika

Slide 49 - Quizvraag

Waarom heeft Nederland geen megastad?

Slide 50 - Open vraag