Leerdoelen 3.1 en 3.2

1. Wat is een vacature?
een baan waarvoor iemand wordt gezocht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1. Wat is een vacature?
een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 1 - Tekstslide

2. Wat is solliciteren?
(en: hoe gaat dit, welke stappen zijn er?)
je laat een bedrijf weten dat je een bepaalde baan graag wilt.
  1. je schrijft een brief met cv
  2. je krijgt een uitnodiging voor een gesprek
  3. je krijgt een vervolg gesprek
  4. je krijgt de baan

Slide 2 - Tekstslide

3. Wat is een cv?
(en: welke betekenis heeft cv, wat staat hierin?)
Curriculum Viteae, of levensloop. Een overzicht van wat je gedaan hebt: je opleiding, je stage en je werkervaring.

Slide 3 - Tekstslide

4. Wie behoren er tot de arbeidsmarkt?
Aan de ene kant zie je dat bedrijven personeel nodig hebben voor al het werk, aan de andere kant zijn er mensen die werken of op zoek zijn naar werk. Samen is dat de arbeidsmarkt.

Slide 4 - Tekstslide

5. Waarom is scholing zo belangrijk voor werken?
voor veel banen heb je scholing nodig, met scholing kan je ander werk doen, werk je over het algemeen sneller/efficiënter. Dit levert het bedrijf meer op.

Slide 5 - Tekstslide

6. Hoe lees je een cirkeldiagram?
(en: rekenen met procenten)
Het totaal van een cirkeldiagram is altijd 100%
Als je bijvoorbeeld 15% wilt uitrekenen: delen door 100 keer 15

Slide 6 - Tekstslide

7. Hoe lees je een staafdiagram?
(denk aan wat op de y-as vermeld staat bij grote getallen of bedragen)
Je ziet in één oogopslag de verschillen tussen groepen. Langs de y-as staan de aantallen, langs de x-as wat elke staaf voorstelt.

Slide 7 - Tekstslide

8. Wat is arbeidsverdeling?
(waarom is dit zo belangrijk?)
Het werk is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. Zo kan iedere werknemer het werk doen waar hij of zij goed in is. Dit is slim, want doordat je elk je eigen specialisatie hebt, kun je je werk sneller doen dan wanneer je heel veel verschillende taken hebt. 

Slide 8 - Tekstslide

9. Wanneer is een baan een voltijdbaan en wanneer is het een deeltijdbaan?
Voltijdbaan: 36 tot 40 uur per week werken (fulltime)
Deeltijdbaan; minder dan 36 uur per week werken (parttime)

Slide 9 - Tekstslide

10. Wat is het verschil tussen een werkgever en een werknemer?
Werknemer: werkt voor een baas, voor loon
Werkgever: heeft een of meerder personen in dienst aan wie hij loon betaalt.

Slide 10 - Tekstslide

11. Wat is een arbeidsovereenkomst?
(en tussen wie is deze?)
Je spreekt af dat jij als werknemer in loondienst komt bij een werkgever. De overeenkomst is tussen de werknemer en werkgever

Slide 11 - Tekstslide

12. Wat zijn arbeidsvoorwaarden?
(zorg dat je er minimaal 4 kent)
Wat moet je doen als werkgever en als werknemer
  1. wat voor werk doe je
  2. hoeveel uur per week werk je
  3. wat is je loon
  4. hoeveel dagen vakantie heb je

Slide 12 - Tekstslide

13. Hoeveel uur werkt iemand per dag, per week, per maand, per jaar?
1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden = 52 weken = 365 dagen.
Om om te rekenen moet je dit gebruiken. Eerst per jaar uitrekenen!

Slide 13 - Tekstslide

14. Hoeveel rusttijd heeft iemand per dag, per week, per maand, per jaar?
1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden = 52 weken = 365 dagen.
Om om te rekenen moet je dit gebruiken. Eerst per jaar uitrekenen!

Slide 14 - Tekstslide

15. Hoeveel vakantietoeslag krijgt iemand per jaar?
8%

Slide 15 - Tekstslide

16. Hoeveel is het uurloon van iemand?
Van maandloon eerst weekloon maken. (x12 /52)
Dan delen door het aantal uren wat gewerkt wordt

Slide 16 - Tekstslide

17. Wat is een proeftijd?
(en: hoe lang is deze, en voor wie geldt deze?)
Proeftijd tijd waarin de werkgever en werknemer bekijken of het werk bevalt. De proeftijd is maximaal 2 maanden. Geld voor werkgever en werknemer.

Slide 17 - Tekstslide

18. Wat is het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan?
Vaste baan: heeft geen einddatum
Tijdelijke baan: je werkt voor een bepaalde tijd, tot een afgesproken einddatum

Slide 18 - Tekstslide

19. Wat is een flexibele baan 
(en hoe noemen we dit ook wel eens?)
Dan werk je alleen op momenten dat je nodig bent. Oproepkracht of uitzendkracht

Slide 19 - Tekstslide

20. Wat is het voordeel uitzendkracht voor het bedrijf die deze inhuurt?
het bedrijf huurt alleen mensen in die ze nodig hebben, dus hoeven alleen die uren te betalen

Slide 20 - Tekstslide

21. Wat is het nadeel uitzendkracht voor het bedrijf die deze inhuurt?
een uitzendkracht is duurder als een normale kracht (omdat het uitzendbureau er ook aan verdient)

Slide 21 - Tekstslide

Einde

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide