Gebiedende wijs NT2 TC 2.10

Gebiedende wijs
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gebiedende wijs

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je? Wat leer je?
- Je weet wat de gebiedende wijs is.
- Je oefent met de gebiedende wijs.
- Je schrijft zelf zinnen in de gebiedende wijs.


Slide 2 - Tekstslide

De instructie 
De woorden waarmee je vertelt hoe iemand iets kan of moet doen.

De juf geeft instructie aan de studenten.

Slide 3 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Loop rechtdoor.
Ga linksaf / rechtsaf.
Sta stil.
Doe de deur open.
Doe je arm omhoog.
Pak je pen.
Ga naar huis.
  • Wat valt op aan deze zinnen?
  • Welke woordsoort staat vooraan?
  • In welke vorm staat het werkwoord?

Slide 4 - Tekstslide

De gebiedende wijs
Loop naar de deur.
Pak je pen.
Doe je schrift open.

  • Werkwoord vooraan in de zin.
  • Werkwoord in de ik-vorm

Slide 5 - Tekstslide

De gebiedende wijs
  • Gebruik je als je instructies geeft.
  • Wanneer je zegt wat iemand moet doen.
  • Wanneer je een waarschuwing geeft.


Vaak in een recept.

Slide 6 - Tekstslide

Loopt nu naar school!
A
Goed
B
Niet goed

Slide 7 - Quizvraag

Ga nu naar huis.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 8 - Quizvraag

Pak je pen van de grond.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 9 - Quizvraag

Zetten de oven aan.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 10 - Quizvraag

De gebiedende wijs
Loop naar de deur.
Pak je pen.
Doe je schrift open.

  • Werkwoord vooraan in de zin.
  • Werkwoord in de ik-vorm

Slide 11 - Tekstslide


... (Komen) hier!

Slide 12 - Open vraag


... (Wassen) je handen!

Slide 13 - Open vraag


...(Worden) wakker!

Slide 14 - Open vraag


...(Gaan) liggen!

Slide 15 - Open vraag


... (Luisteren) naar je docent!

Slide 16 - Open vraag


... (Leren) nu alles over grammatica.

Slide 17 - Open vraag


... (Lezen) de uitleg over werkwoordspelling.

Slide 18 - Open vraag


... (Maken) de opdrachten in je boek.

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin in de gebiedende wijs:

Je moet op tijd komen.

Slide 20 - Open vraag

Maak een zin in de gebiedende wijs:

Je moet morgen naar school gaan.

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin in de gebiedende wijs:

Jullie moeten je boek pakken.

Slide 22 - Open vraag

Maak een zin in de gebiedende wijs:

De cursisten moeten het huiswerk maken.

Slide 23 - Open vraag