DVE kommagetallen en breuken

Welkom DVE
Hoe gaat het?
Op je eigen stoel zitten
Telefoon in de bak
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom DVE
Hoe gaat het?
Op je eigen stoel zitten
Telefoon in de bak

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Eenvoudige breuken naar kommagetallen (plaatjes)

Slide 2 - Tekstslide

Breuken

Slide 3 - Tekstslide

0,2
0,5
0,25

Slide 4 - Tekstslide

Waarom?
Staartdeling maken...
81=0,125

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Volgende quiz zonder telefoon
antwoord A = zitten
antwoord B = staan 

Slide 7 - Tekstslide

Welke breuk en kommagetal hoort bij de taart?
(gebruik kladpapier)

A= zitten
B= staan
A
3/5 = 0,3
B
3/5 = 0,6

Slide 8 - Quizvraag

Welke breuk en kommagetal hoort bij de taart?


A= zitten
B= staan
A
4/5 = 0,8
B
4/5 = 0,4

Slide 9 - Quizvraag

Welke breuk en kommagetal hoort bij de taart?
(gebruik kladpapier)

A= zitten
B= staan

Taart heeft 10 stukjes
A
4/10 = 0,4
B
4/10 = 0,1

Slide 10 - Quizvraag

Welke breuk en kommagetal hoort bij de taart?
(gebruik kladpapier)

A= zitten
B= staan
A
5/8 = 0,125
B
5/8 = 0,8

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Volgende quiz zonder telefoon

Slide 14 - Tekstslide

Welke kommagetal hoort hier?

A: staan
B: zitten
A
0,25
B
0,1

Slide 15 - Quizvraag

Welke kommagetal hoort hier?

A: staan
B: zitten
A
0,4
B
0,75

Slide 16 - Quizvraag

Welke kommagetal hoort hier?

A: staan
B: zitten
A
0,33
B
0,67

Slide 17 - Quizvraag

Werkblad
Geef het goede kommagetal voor de breuk/ plaatje

Slide 18 - Tekstslide

Kommagetallen van klein naar groot

Slide 19 - Tekstslide

Zet de getallen van klein naar groot
  • Kijk eerst naar het cijfer voor de komma, zo kun je al een inschatting maken van welke getallen vooraan staan of achteraan.

  • Kijk daarna na het eerste cijfer achter de komma. Is dit cijfer bij meerdere getallen gelijk? Kijk dan naar het tweede cijfer achter de komma. 

  • Staat er geen tweede cijfer achter de komma? Dan mag je hier een nul voor in de plaats denken.

Slide 20 - Tekstslide

Volgende quiz met telefoon

Slide 21 - Tekstslide

Wat is hier het kleinste getal?
A
1,25
B
2,00
C
1,24
D
1,89

Slide 22 - Quizvraag

Zet de volgende getallen van klein naar groot:
1,10 1,25 1,89 1,00 1,75

Slide 23 - Open vraag

Wat is hier het kleinste getal?
A
2,23
B
2,22
C
2,02
D
2,2

Slide 24 - Quizvraag

Zet in volgorde van klein naar groot
2,2 2,02 2,22 2,52 2,5 2,00

Slide 25 - Open vraag

Werkblad
Zet de getallen van klein naar groot

Slide 26 - Tekstslide

Maak er een mooie taart van!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Welkom DVE
Hoe gaat het?
Op je eigen stoel zitten
Telefoon in de bak

Slide 29 - Tekstslide