Klachtenbrief + betoog

Klachtenbrief + betoog
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klachtenbrief + betoog

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Theorie + nabespreken klachtenbrief
- Afmaken klachtenbrief + tijd voor feedback BPV-voorbereiding
- Taaladvies LAKS: inlezen voor opdracht betoog

Slide 2 - Tekstslide

Bovenkant brief (adressen, plaats, datum, betreft, aanhef):

Slide 3 - Open vraag

Leg uit waarom je de brief stuurt:

Slide 4 - Open vraag

Vertel wanneer je de laptop gekocht hebt. Vertel ook welke laptop je gekocht hebt:

Slide 5 - Open vraag

Beschrijf wat precies je klacht is; leg uit waarom je dit vervelend vindt. Noem minimaal 2 redenen:

Slide 6 - Open vraag

Stel een oplossing voor. Geef een termijn voor die oplossing. Leg uit waarom je snel een oplossing wil:

Slide 7 - Open vraag

Sluit passend af:

Slide 8 - Open vraag

Aan de slag!
- Afmaken klachtenbrief.
- Feedback vragen op BPV voorbereiding.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Schrijven betoog
Nederlands
Les 1 / Week 12c

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Onderwerp + hoofdgedachte artikel

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Link

Standpunten

Slide 15 - Woordweb

Kern
  • Per alinea behandel je 1 argument voor je standpunt/ 1 punt uit de opdracht. 
    - Gebruik signaalwoorden om de alinea's te verbinden (ten eerste, bovendien, tot slot). 
    - Bedenk je argumenten/ uitwerking van de punten uit de opdracht vooraf, zo spring je niet van de hak op de tak.  
    - Maak gebruik van de bron, verwijs ernaar of citeer (gebruik stukken van de tekst uit de bron). 
    - Gebruik voorbeelden waar mogelijk. 
  • Geef tegenargumenten tegen jouw standpunt & weerleg dit. 
    - Je bedenkt je dan waarom iemand het juist niet eens zou zijn met jouw standpunt.
    - Door dit tegenargument te weerleggen (ontkrachten), maak je jouw eigen betoog alleen maar sterker. 

Slide 16 - Tekstslide

Kern voorbeeld tegenwerping
Standpunt = Gebruik van lachgas door jongeren zou verboden moeten worden door de overheid.

Men zou tegen mijn standpunt in kunnen brengen dat verbieden door de overheid betutteling is en dat jongeren hun eigen verantwoordelijkheid moeten kunnen nemen.
Hoewel sommige jongeren inderdaad in staat zijn hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, geldt dit blijkbaar niet voor iedereen en aangezien de gevolgen zo gevaarlijk zijn, moeten we deze betutteling voor lief nemen. Veiligheid gaat boven alles.

Slide 17 - Tekstslide

Tegenargument & weerleggen: Noem 1 argument tegen jouw standpunt & weerleg dit argument.

Slide 18 - Open vraag

Slot
  • Noem nogmaals kort je argumenten
  • Herhaal je standpunt
  • Noem geen nieuwe informatie in het slot
  • Sluit af met een conclusie en eventueel een uitsmijter 

Slide 19 - Tekstslide

Slot voorbeeld uitsmijter
Een uitsmijter is een krachtige slotzin van je tekst, bijvoorbeeld: Met lachgas vergaat je het lachen!

Slide 20 - Tekstslide

Het slot van jouw betoog, een krachtige uitsmijter of conclusie:

Slide 21 - Open vraag

Schrijfopdracht betoog
Je schrijft een betoog naar aanleiding van een nieuwsartikel.


Lees de opdracht in de bijlagen in It's Learning goed door. Houd je strikt aan de opdracht. Baseer je betoog op wat je leest in het nieuwsartikel, je mag dus geen informatie zelf verzinnen. Hierop wordt je tijdens je schrijfexamen ook beoordeeld. 

Slide 22 - Tekstslide

Rollen in de groep
- Tijdbewaker (je hebt 15 minuten de tijd)
- Schrijver (je schrijft/typt wat de groep als definitieve zinnen bepaalt).
- Gespreksleider (je zorgt dat iedereen inbreng heeft en dat je het als groep eens wordt over wat je opschrijft).
- Ideeënmachines (je zorgt voor ideeën om als groep tot definitieve zinnen te komen). 

Slide 23 - Tekstslide

Wie schrijft wat?
Groep 1: Begin met een introductie. Geef aan waarom je schrijft. Beschrijf waarom het LAKS de taalgids heeft geschreven. Geef daarbij 1 argument. 
Groep 2: Beschrijf waarom het LAKS de taalgids heeft geschreven. Geef daarbij 1 argument. 
Geef jouw mening over de taalgids van het LAKS. Onderbouw je mening met minimaal 2 argumenten. 
Groep 3: Noem minimaal 1 argument tegen jouw standpunt en weerleg dit tegenargument ook weer. Leg uit wat je ervan vindt dat er ophef is ontstaan over de taalgids van het LAKS. 
Groep 4: Leg uit wat volgens jou het effect is van de ophef die is ontstaan. Sluit af met een passende conclusie. 
 

Slide 24 - Tekstslide

Inleveren onderdeel betoog:

Slide 25 - Open vraag