reporteros 1 unidad 3

reporteros 1 unidad 3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

reporteros 1 unidad 3

Slide 1 - Tekstslide

Over de stamboom van Óscar:
WB 2, p. 47
TB 3, p. p. 52

Over familie in het algemeen:
WB 3, p. 48
WB 6, p. 49


Hulp familiewoorden op TB p. 61

Klaar? Kijk of je WB 5, p. 61 snapt.
ouders = padres etc.

Slide 2 - Tekstslide

TB P. 51
Lees de apps en maak "en Marcha".
TB 1, p. 52
TB 2, p. 52
TB 3, p. 52
Let op: De vorm op -os gebruik je ook voor een combinatie van mannen en vrouwen:
mis hijos = mijn kinderen, en niet per sé alleen mijn zoons.
uitleg bezittelijk voornaamwoord:
mi hijo
mis hijos
mi hija
mis hijas
mijn
tu hijo
tus hijos
tu hija
tus hijas
jouw
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
zijn, uw haar
nuestro hijo
nuestros hijos
nuestra hija
nuestras hijas
ons/
onze
vuestro hijo
vuestros hijos
vuestra hija
vuestras hijas
jullie
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
hun

Slide 3 - Tekstslide

Klaar zitten met boeken voor je,
Leg alvast je TB op p. 58

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Programa de hoy:
- uitleg bezittelijk voornaamwoord
- WB 10, p. 51, WB 12 & 13
- TB 4 & 5, p. 53
uitleg bezittelijk voornaamwoord:
mi hijo
mis hijos
mi hija
mis hijas
mijn
tu hijo
tus hijos
tu hija
tus hijas
jouw
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
zijn, uw haar
nuestro hijo
nuestros hijos
nuestra hija
nuestras hijas
ons/
onze
vuestro hijo
vuestros hijos
vuestra hija
vuestras hijas
jullie
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
hun

Slide 5 - Tekstslide

WB 10, p. 51
tú y yo = wij
tú y María = jullie
Inés y Lucas = zij meervoud
WB 12, p. 52
Let heel goed op de persoon en de werkwoordsvorm!!!
Zoek evt op op p. 110 

WB 13, p. 52
Indien nodig haal je een Spaans-Nederlands woordenboek uit de kast!
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Familie/ personen beschrijven
TB 4, p. 53
a. wie is de hoofdpersoon? Wie is Max?
b. Wat is het probleem van Daisy?

TB 5, p. 53
Zie hiernaast voor hulp. Dit kun je rechtstreeks gebruiken voor je filmopdracht!
>>> Klaar? Oefen de uitspraak!




Edad = Tiene (45) años
Relación familiar = Es mi (hermano)
Carácter = Es (inteligente y sociable)
Aspecto físico = Tiene el pelo castaño y corto y los ojos marrones.
Poderes = Mi hermano cocina muy bien. 




Slide 7 - Tekstslide

Je huis beschrijven:

TB 1, p. 54
TB 2, p. 54
TB 4, p. 55
TB 2
WB 1, p. 53
WB 2, p. 53
WB 3, p. 53
WB 6, p. 55
WB 7, p. 55
WB 8, p. 56
WB 10, p. 57
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Je huis beschrijven:
> zinnen

"En ..... hay un/ una ...."


TB 4, p. 55
Luister naar de zinnen van de docent, en bepaal over welke ruimte de zin gaat.





WB 5, p. 54

WB 4, p. 54:
Kijk goed naar de voorbeeldzin!
WB 9, p. 56 (hulp p. 60 & 61)
WB 12, p. 58
Gebruik steeds dit begin:
En la cocina de mi casa (no) hay un/ una ....


timer
10:00
WB 5

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

WB 4, p. 48
Hulp:  
hijo de María
abuelo de Vicente
hermana de Vicente.
invisibilidad (= onzichtbaarheid)
cariñoso (=lief)
10 años
X



WB 8, p. 50 (gebruik de stamboom op p. 47)
Nee, het is zijn... = No, es su ...
Nee, het zijn zijn... = No, son sus ....

WB 9, p. 50
Dit is mijn broer = Este es mi hermano / Met = con

Uitleg bezittelijk vnw (Blok A, TB p. 58)
fragmento

Slide 11 - Tekstslide

WB 11, p. 51
b. wonen in  = viven en
c. enig kind = hijo único/ hija única
d. één manier is genoeg
e. (no) vive con su madre, pero con su padre 


WB 12, p. 52
los deberes = het huiswerk
a. Ernesto habla con sus amigos/ su profesora.
b. Yo ordeno ....
c. Alberto y yo estamos en ...
d. Tú haces .....
e. Óscar y tú chateáis con ...

WB 13, p. 52
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

WB 5, p. 54
huis
kamers
kamer
WIFI - een tv
een tuin - dieren
kippen - schildpadden
groot
WB 4, p. 54
Gebruik un/una voor het eerste woord.


WB 6, p. 55
En este dibujo hay = op deze tekening zijn er ...
WB 7, p. 55
WB 8, p. 56
WB 9, p. 56
WB 10, p. 57
partes de la casa = plekken in huis
electrodomésticos = apparaten
fragmento

Slide 13 - Tekstslide

TB 1, p. 56
>>> uitleg kleuren.
Kijk naar het schema. Als een kleur eindigt op een -o (zoals blanco) dan moet je die aanpassen als je het gebruikt bij een vrouwelijk woord, en ook in het meervoud heb je een aparte  mannelijke en een vrouwelijke vorm.
Eindigt de kleur op een andere letter? Dan is er één meervoudsvorm op (e)s, en verder niks.
Bij azul > azules, bij rosa > rosas







WB 11 + 12, p. 63
WB 13, p 64

Klaar? leer de woorden van unidad 2 op studygo
el escritorio
blanco
gris
la silla
blanca
gris
los escritorios
blancos
grises
las sillas
blancas
grises
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

TB 2, p. 56
Oscar tiene que ....
TB 3, p. 56
Tengo que ....

Uitleg:
> ¿Tienes que poner la mesa?
< Sí, tengo que poner la mesa.
tener = hebben
tener que + ww = moeten
(denk aan "have to")




tengo que
ik moet
tienes que
jij moet
tiene que
hij/zij/u moet
tenemos que
wij moeten
tenéis que
jullie moeten
tienen que
zij moeten
WB 1 & 2, p. 59
WB 5, p. 60
WB 8 & 9 p. 62

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

TB 4, p. 57
a. Welke twee dingen doet de jongen? Wat is "una tarea doméstica".
b. Waarom win je tijd als je de taken verdeelt?
Uitleg:
Werkwoorden vervoegen,
zie schema hiernaast




poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
ponemos
hacemos
lavamos
wij
ponéis
hacéis
laváis
jullie
ponen
hacen
lavan
zij
WB 3, p. 59
WB 4, p. 60
WB 6, p. 61

Slide 18 - Tekstslide

poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
yo
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
el/ella/
usted
ponemos
hacemos
lavamos
wij
nosotros/as
ponéis
hacéis
laváis
jullie
vosotros/as
ponen
hacen
lavan
zij
ellos/ellas/ ustedes

Slide 19 - Tekstslide

nakijken

Slide 20 - Tekstslide

La ventana pp. 48 & 49
 Nochebuena en Perú y en España: Kerstavond in Peru en Spanje. 
1. > wat doen ze precies en wat eten ze op kerstavond?
El Belén: de kerststal
2. > Welke figuren vind je in een kerststal en welke stal is typisch voor Spanje en welke voor Costa Rica en waarom?
El día de Reyes: Driekoningen:
3. >  waar of niet waar? a. de optocht is op 5 januari/ b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes/ c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen.

Slide 21 - Tekstslide

TB p. 48: Nochebuena en Perú y España, en kijk naar de plaatjes. Waar eten ze wat?
Welke van deze plaatjes doet Lucía tijdens kerst?

Slide 22 - Tekstslide

El Belén: kun jij van alle poppetjes in de stal aangeven hoe ze in het Spaans heten? 
Kijk nu naar de twee kerststallen op p. 48. Welke komt uit Spanje en welke uit Costa Rica en waarom?

Slide 23 - Tekstslide

El día de Reyes: Lees de tekst en geef aan of de beweringen waar zijn of niet.

3. a. de optocht is op 5 januari
b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes
c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen.



Slide 24 - Tekstslide

Postres típicos de navidad

> el Roscón de Reyes is een driekoningentaart. In de taart zit een beeldje, degene die die vindt, is de koning van de dag en krijgt een kroon op.
> Er zit ook een boon in, heb je die, dan moet je het jaar erna de taart betalen.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 1:
Peru: Ze gaan naar de kerstmis, ze hebben een kerstdiner met kalkoen, rijst met appelmoes en panetón +  warme chocolade toe. Ze hebben een kerststalletje en een kerstboom neergezet, ze openen kadootjes en zingen kerstliedjes. 
Spanje: Er is 24 december een kerstdiner met zeevruchten en turrón (nougat)
 

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 2:
In een kerststal vind je minimaal Maria, Jozef en het kindje Jezus. Er staan ook vaak dieren, herders, engeltjes en de drie koningen Melchior, Caspar en Balthasar.
In Costa Rica ziet de kersstal er anders uit omdat er ook bloemen worden gebruikt, vooral orchideeën.

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 3:
a. de optocht is op 5 januari > waar
b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes > waar, die krijgen houtskool (van suiker ;)
c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen > niet waar, álle kinderen krijgen kadootjes met drie koningen (6 januari) en veel kinderen krijgen ook kadootjes van de kerstman.

Slide 28 - Tekstslide

overige info drie koningen
- el roscón de Reyes is een driekoningentaart. In de taart zit een beeldje, degene die die vindt, is de koning van de dag en krijgt een kroon.
- Er zit ook een boon in, heb je die, dan moet je het jaar erna de taart betalen.

Slide 29 - Tekstslide

La ventana TB pp. 62
Lees de tekst over de Valenciaanse schilder Joaquín Sorolla.
1. Wat schildert Sorolla graag? 
2. Wat staat er op zijn meest beroemde schilderijen? 
3. Bekijk de foto en het schilderij. Wat zijn de verschillen? 
4. Waarom zie je Sorolla in de spiegel?
5. Wat doet de zoon van Sorolla?
 

Slide 30 - Tekstslide

La ventana TB p. 63
Lees het tekstje over "el oceanográfico"
1. Wat kun je allemaal zien in "el oceanográfico"?
2. Zou je het willen bezoeken? Waarom wel/ niet?

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden
1. Wat schildert Sorolla graag? Hij schildert graag het licht, dus heeft hij een voorkeur voor taferelen in de buitenlucht. 
2. Wat staat er op zijn meest beroemde schilderijen? Kinderen en ouderen op "la playa de Malvarrosa" (strand van Valencia)
3. Bekijk de foto en het schilderij. Wat zijn de verschillen?
Je ziet op de foto geen spiegel, en de schilder staat afgebeeld naast zijn vrouw. De bloemen in het haar van de meisjes zijn rood (ipv wit). 
4. Waarom zie je Sorolla in de spiegel? Hij schildert zijn gezin, en in de reflectie van de spiegel zie je hem dat doen (en is hij er toch bij ;)
5. Wat doet de zoon van Sorolla? De zoon van Sorolla tekent zijn zusje na, en lijkt dus in de voetsporen van zijn vader te treden.
 

Slide 32 - Tekstslide

Antwoorden
Lees het tekstje over "el oceanográfico"
1. Wat kun je allemaal zien in "el oceanográfico"?
Je kunt er allerlei soorten vissen, haaien en walvissen zien.
2. Zou je het willen bezoeken? Waarom wel/ niet?
Het is een enorm aquarium - de grootste van Europa - waarin je echt het gevoel krijgt midden in de zee te zijn.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide