U28 herhaling woordenschat

Vertaling: een keer, maal
A
la viande
B
une tartine
C
un malade
D
une fois
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransLager onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vertaling: een keer, maal
A
la viande
B
une tartine
C
un malade
D
une fois

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: de chocolade

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Duid het juiste antwoord aan.
Vertaling: een dessert, nagerecht --> ... dessert
un
une

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: een zieke

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een foto van het woord en dien in: la viande

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

iets
A
quelque
B
ne... rien
C
quelque chose
D
heureux

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: iets

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: gelukkig - m. (mannelijk)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal gelukkig - v. (vrouwelijk)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaling: 'wat?'
A
qoui?
B
quoi?
C
qiuo?
D
qoiu?

Slide 10 - Quizvraag

quo
Vertaal: 'Wat doe je?'

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vertaling: 'waarom?'
pourquoi?
pourquo?
pourquoi?

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

vervoegen: attendre
je ...
tu ...
il/elle ...
nous ...

Slide 13 - Open vraag

je
tu
il/elle
nous
vous
ils/elles
Welke woorden hebben we allemaal gezien in deze quiz? (FR)

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

À la page quarante-trois
Prends ton crayon!! (potlood)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies