10.4 Lorentzkracht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

10.4 Lorentzkracht

Eerst een paar vragen vooraf

Een magnetisch veld ontstaat door:

1. de aarde
2. ijzeratomen
3. bewegende elektronen
4. bewegende lading

Een magnetische veldlijn begint bij

1. een noordpool
2. een zuidpool
3. heeft geen begin
4. bewegende lading

Wat is de Lorentzkracht?

• Je hebt de uitleg van het kanaal Wispeltube gezien in de Edpuzzle. Dit kanaal heeft een video voor iedere paragraaf.
• Een geladen deeltje dat beweegt door een magneetveld ondervindt een kracht (loodrecht op zijn bewegingsrichting).
• De richting van de Lorentzkracht bepaal je met de linkerhand-regel (de L van Lorentz en Links).

Een alternatief voor de rechterhand-regel uit het basisboek

Formule(s)

Stroomdraad: FL = B . I . L

Geladen deeltje: FL = B . q . v

(met de component van B loodrecht op I of v)

De Lorentzkracht is de kracht van het magneetveld op een

1. noordpool
2. zuidpool
3. positief geladen deeltje
4. bewegend geladen deeltje

Opgave 21c. De stroom in het staafje gaat naar

1. Links
2. Rechts
3. Omhoog
4. Er loopt geen stroom

Stroom I gaat naar rechts door de zwarte draad met lengte L.
Het magneetveld B is in de richting van de groene pijlen.
De Lorentzkracht bereken je met:

1. FL = B. I . L
2. FL = B. I . L . cos(alfa)
3. FL = B. I . L . sin(alfa)
4. FL = B. I . L . tan(alfa)

Het is onmogelijk een elektron (ongeacht de beginsnelheid) te versnellen met een magneetveld. Leg uit waarom.

Massaspectrometer

Pagina's 156 - 157 (bestudeer het voorbeeld!)

Ideaal voor opgaven: 10.1&2 toepassen bij het versnellen en 10.3&4 toepassen bij de baan in het magneetveld

Noorderlicht

Pagina 158  

(Foutje in boek: fig 10.57a de componenten zijn van v, niet van F)

Controle vraag: Buigen de deeltjes van de zon alleen naar het noorden, of ook naar het zuiden?

Huiswerk

Bestudeer de rest van 10.4 pagina's 156-158.

Test of je de linkerhandregel al beheerst met behulp van het formulier 'De richting van de Lorentzkracht'.

Werk verder aan de opdrachten van de eerste 4 paragrafen: (1,4,5,6,7,8 en 9,11,12,15 en 16,17,18,19 en 22,25,26,27,29).