Geheugen opfrissen - basis EE 5H

5H - Examenvoorbereiding - laatste les
Doel: 
- Bespreken overkoepelende vragen tekst 2 + 3 > 27 + 28 + 29
- Geheugen opfrissen over basis leesvaardigheid (citeren, tekstsoorten, functiewoorden) 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5H - Examenvoorbereiding - laatste les
Doel: 
- Bespreken overkoepelende vragen tekst 2 + 3 > 27 + 28 + 29
- Geheugen opfrissen over basis leesvaardigheid (citeren, tekstsoorten, functiewoorden) 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord op vraag 27?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord op vraag 28?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord op vraag 29?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Een uiteenzetting is een
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
beschouwende tekst
D
activerende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Argumentatiestructuur
Voor- en nadelenstructuur
Aspectenstructuur

Slide 12 - Sleepvraag

Citeren is:
A
Het antwoorden in eigen woorden
B
Het samenvatten van een alinea
C
Het overnemen van een tekstgedeelte
D
Het samenvatten van de hele tekst.

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdgedachte
Het antwoord op de hoofdvraag is de hoofdgedachte.
Hoofdgedachte van de alinea is de kernzin.
1. Met-eigen-woorden-vraag
2. Citeervraag
3. Kopjesvraag

Slide 14 - Tekstslide

De hoofdgedachte geeft vaak aanwijzingen over het tekstdoel: 
De hoofdgedachte is een constatering 
De hoofdgedachte is een mening 
Overtuigen 
Opiniëren 
informeren 

Slide 15 - Sleepvraag

Samenvatting
1. Open samenvattingsvragen
2. Meerkeuzevorm
3. Vorm van schema

Slide 16 - Tekstslide

Open samenvattingsvragen
1. Markeer kernzinnen en signaalwoorden van het gevraagde stuk.
2. Geen indirecte formuleringen
3. Geen telegramstijl > dus hele zinnen!
4. Signaalwoorden gebruiken voor de samenhang
5. geen spelling en interpunctiefouten!

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de betekenis van causaliteit?
A
vaststelling
B
kritiekpunten
C
verband oorzaak - gevolg
D
veronderstelling

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de betekenis van voorbehoud?
A
weerlegging
B
afzwakking
C
beschuldigende afkeuring
D
beperkende voorwaarde

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Hoe ga je het examen in?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll