Periode 5 - Les 5

Periode 5 - Les 5
Schildklier, bijschildklier, overige hormonen uit de hypofyse, geslachtsorganen en alvleesklier 
(Syndroom van Cushing)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Periode 5 - Les 5
Schildklier, bijschildklier, overige hormonen uit de hypofyse, geslachtsorganen en alvleesklier 
(Syndroom van Cushing)

Slide 1 - Tekstslide

Schildklier
Voorkant van de hals, direct boven het kuiltje in de hals 
Weegt tien tot twintig gram

Bestaat uit twee kwabben die verbonden zijn door een smalle brug en heeft daardoor de vorm van een vlinder
Kwabben zijn opgebouwd uit kleine blaasjes > follikels
Liggen links en rechts van de luchtpijp 
Bij een volwassene ongeveer twee centimeter breed en vier centimeter hoog

Slide 2 - Tekstslide

Schildklier
Maakt schildklierhormonen die een rol spelen in vrijwel alle lichaamsweefsels en organen. Deze hormonen zijn belangrijk voor de stofwisseling, voor de groei en de geestelijke ontwikkeling.
Beïnvloedt zaken zoals eetlust, opname van voeding, beweeglijkheid van de darm, verbranding van voedingsstoffen, temperatuurregulatie, hartslag, bloeddruk, concentratie, energie geestelijke stabiliteit.

Slide 3 - Tekstslide

Welke klachten verwacht je bij een niet goed functionerende schildklier?

Slide 4 - Open vraag

Het prille begin van de schildklier 
Drie weken na de bevruchting begint de aanleg van de schildklier. 
Zeven weken na de bevruchting is de schildklier aangelegd maar kan dan nog geen schildklierhormoon maken.
Na twaalf weken start productie schildklierhormoon.
In de loop van de zwangerschap wordt de schildklier groter en slaat een jodiumvoorraad op. Deze voorraad is noodzakelijk voor het maken van schildklierhormoon en gaat geleidelijk meer hormoon produceren.

Slide 5 - Tekstslide

Bijschildklieren

Slide 6 - Tekstslide

Bijschildklieren
In de hals in de buurt van de schildklier 
Meestal naast of achter de schildklier, maar ze kunnen ook veel hoger of lager in de hals liggen
Onderdeel van het hormoonstelsel
Meestal 4
Grootte van een rijstkorrel en lijken op vetweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Bijschildklieren
Maken bijschildklierhormoon: parathyroid hormoon, parathormoon of PTH genoemd.
Regelt calciumgehalte (kalkgehalte) en fosfaatgehalte in het bloed. 
Zowel calcium als fosfaat zijn belangrijke bouwstenen van botten en tanden. Beide stoffen zorgen ook voor de overdracht van prikkels tussen zenuwen en van zenuwen naar spieren.

Slide 8 - Tekstslide

Zit er te weinig calcium in het bloed dan geven de bijschildklieren ... bijschildklierhormoon af.
A
extra
B
minder

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Hyperthyreoïdie - Hypothyreoïdie

Slide 11 - Tekstslide

Hyperthyreoïdie - oorzaken
Ziekte van Graves (auto-immuunziekte); lichaam maakt antilichamen aan die schildklier stimuleren
Toxisch multinodulair struma; (vergroting schildklier samen met verhoogde schildklierhormoonproductie)
Multinodulair struma (ziekte van Plummer); vooral bij ouderen
Toxisch adenoom; knobbel op schildklier die schildklierhormonen produceert
Schildklierkanker (zeldzaam)
Thryreoïditis; ontsteking schildklier (kapot gaan cellen met lekkage)
Iatrogeen; door medisch handelen veroorzaakt


Slide 12 - Tekstslide

Secundaire hyperthyreoïdie
Oorzaak niet in de schildklier zelf
Goedaardige gezwellen in de hypofyse (hypofyse- adenomen)
Bij TSH- producerende cellen wordt schildklier hyperactief

Slide 13 - Tekstslide

Hyperthyreoïdie - behandeling
Bij Ziekte van Graves, multinodulair struma en toxisch adenoom: schildklierremmende behandelingen door:

Thyrostatica; medicatie
Radioactief jodium (bestraling schilklier van binnen, minder actief)
Operatie; helft van schildklier verwijderen
Regelmatige controle



Slide 14 - Tekstslide

Hyperthyreoïdie is een .....
A
verhoogde concentratie schildklierhormonen
B
vergrote schildklier
C
verhoogde activiteit van de schildklier
D
toegenomen behoefte aan schildklierhormonen

Slide 15 - Quizvraag

Hyperthyreoïdie komt vaker voor bij .....
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Jongens
D
Meisjes

Slide 16 - Quizvraag

Bij hyperthyreoïdie zie je gewichts...... bij een ....... eetlust
A
afname, goede
B
toename, goede
C
afname, slechte
D
toename, slechte

Slide 17 - Quizvraag

Hoe wordt hyperthyreoïdie meestal behandeld?
A
Thyroïdectomie (verwijdering van de schildklier)
B
Radioactief jodium
C
Antibiotica
D
Insuline-injecties

Slide 18 - Quizvraag

Hypothyreoïdie
Te weinig schildklierhormoon

Oorzaken:
Ziekte van Hashimoto; auto-immuun, langdurige ontsteking schildklier
Aangeboren; via hielprik screening
Iatrogeen (medische oorzaak)
Jodiumtekort; te weinig jodium voor hormoonproductie
Secundaire hypothyreoïdie; door uitval hypofyse of hypothalamus (tumoren, verminderde doorbloeding)

Slide 19 - Tekstslide

Hypothyreoïdie - behandeling
Ziekte van Hashimoto en latrogene oorzaak: levenslang aanvulling of vervanging schilklierhormoon ( levothyroxine)

Bij patiënten > 60 en hartproblemen langzaam opbouwen
Attentie gelijktijdig gebruik bloedverdunning

Slide 20 - Tekstslide

Wat is hypothyreoïdie?
A
een te snel werkende schildklier
B
een te traag werkende schildklier

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een hypothyreoïdie?
A
Er wordt te weinig levothyroxine aangemaakt, hierdoor wordt de stofwisseling trager
B
Er wordt te veel levothyroxine aangemaakt, hierdoor wordt de stofwisseling sneller

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de meest voorkomende oorzaak van hypothyreoïdie?
A
Jodiumtekort
B
Overmatige jodiuminname
C
Virale infectie
D
Stress

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn symptomen van hypothyreoïdie?
A
Afvallen, hartkloppingen, vermoeidheid en zweten
B
Afvallen, onrustig, snel geïrriteerd en zweten
C
Gewichtstoename, obstipatie, vermoeidheid en struma
D
Gewichtstoename, diarree, kouwelijk en struma

Slide 24 - Quizvraag

Waarom moet je alert zijn op het gebruik van een bloedverdunner naast Levothyroxine?
A
Levothyroxine kan de werking van een bloedverdunner versterken
B
Levothyroxine kan de werking van een bloedverdunner afzwakken

Slide 25 - Quizvraag

Struma

Slide 26 - Tekstslide

Welke klachten verwacht je bij een zorgvrager met een Struma?

Slide 27 - Open vraag

Postoperatieve zorg
Nabloeding
Infecties
Laag calciumgehalte
Stemverandering
Hypothyreoïdie

Slide 28 - Tekstslide

Feedbacksysteem hormoonstelsel

Slide 29 - Tekstslide

Hormonen uit de hypofyse
ADH is het anti-diuretisch hormoon 
(Dreigend) vochttekort (hitte, grote inspanning, sterke transpiratie, braken en diarree)
Oxytocine
Vlak voor, tijdens en kort na de bevalling (weeën, stuwen van moedermelk, knuffelhormoon)
Prolactine
Aanmaak van moedermelk in de melkklieren (voor en na bevalling)


Slide 30 - Tekstslide

Geslachtshormonen
Onderdeel van de hormoonketen hypothalamus – hypofyse –eierstokken/testikels. 
Oestrogeen en testosteron (andere hoeveelheden man/vrouw) Stimuleren de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken

Slide 31 - Tekstslide

Welke secundaire geslachtskenmerken ken je?

Slide 32 - Open vraag

Hormonen in de menstruatiecyclus en zwangerschap
Het ei-rijpingshormoon (FSH > follikel stimulerend hormoon) en eispronghormoon (LH > luteïniserend hormoon) stimuleren de eierstokken om achtereenvolgens oestrogenen en progesteron te maken.
Oestrogenen > baarmoederslijmvlies, stemming en gedrag. Progesteron > baarmoederslijmvlies en houdt zwangerschap in stand.

Slide 33 - Tekstslide

Geslachtshormonen bij de man
FSH en LH bevorderen de aanmaak van testosteron in de testikels. Testosteron is verantwoordelijk voor de spierontwikkeling, zin in seks, aanmaak van zaadcellen en agressief gedrag.

Slide 34 - Tekstslide

De eerste dag van de menstruatie wordt gerekend als de eerste dag van de menstruatiecyclus.
Welke dag van de laatste menstruatie wordt gerekend als als de eerste dag van een zwangerschap?
A
De laatste dag van de laatste menstruatie
B
De eerste dag van de laatste menstruatie
C
14 dagen na de eerste dag van de menstruatie
D
De laatste dag dat je de pil moet innemen

Slide 35 - Quizvraag

Alvleesklierhormoon
De eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (pancreas) produceren hormonen. De α-cellen maken glucagon dat de bloedsuiker (glucosespiegel) verhoogt. De β-cellen maken insuline dat de bloedsuiker verlaagt.

Slide 36 - Tekstslide

Bloedsuikerregulatie
Vragen?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Syndroom van Cushing
Zeldzaam
Hoeveelheid Cortisol is verhoogd
Vaker bij vrouwen
Meerdere oorzaken:
In de hypofyse
De bijnieren zelf
Elders in het lichaam

Slide 39 - Tekstslide

Verschil
Tussen syndroom van Cushing en ziekte van Cushing

Syndroom van Cushing: verzamelnaam voor klachten die ontstaan door een verhoogde hoeveelheid cortisol
Ziekte van Cushing: door goedaardige tumor in de hypofyse

Slide 40 - Tekstslide

Oorzaken
Hypofysetumor; goedaardig (ziekte van Cushing)
Bijniertumor; goedaardig (syndroom van Cushing)
Kwaadaardige bijniertumor komen zelden voor
Andere oorzaken:
Goedaardige en kwaadaardige tumoren buiten hypofyse bv longkanker
Medicatie met corticosteroïden

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Diagnose
Ingewikkeld
Door endocrinoloog
In verschillende stappen:
1. verdenking; anamnese en lichamelijk onderzoek
2. Aantonen verhoogd cortisolgehalte
3. Uitsluiten van andere oorzaken
4. Gerichter aanvullend onderzoek

Slide 43 - Tekstslide

Behandeling
Operatief verwijderen van de tumor
Soms gevolgd door bestraling of medicatie

Slide 44 - Tekstslide

Ziekte van Cushing
Mini documentaire:
Verhaal van Isabel van Gennip met ziekte van Cushing
15 minuten
https://www.youtube.com/watch?v=hsIIS1FTvN8

Slide 45 - Tekstslide

Vragen?

Slide 46 - Tekstslide