De leerlingen krijgen eerst de opdracht om één minuut lang de ademhalingen te tellen. Ze moeten proberen de ademhaling niet te veranderen, gewoon ervaren. Een inademing telt voor 1, een uitademing telt weer voor 1. Een grote range van verschillen in ademhalingen zal zichtbaar zijn.
Vervolgens doen de leerlingen 20 jumping jacks. Nadat ze deze oefening hebben gedaan, krijgen ze weer exact dezelfde oefening: één minuut de ademhalingen tellen.
Als derde oefening (op het moment dat iedereen weer ruim op adem is gekomen) krijgen de leerlingen de oefening om in één minuut zo min mogelijk ademhalingen te doen.
Ervaren de leerlingen verschil tussen de drie oefeningen?
Het beste is om 4 seconden in te ademen, 6 seconden uit te ademen en dan 2 seconden vast te houden.